• Knopsprietje

Beschrijving van het knopsprietje

Leefgebied

Het knopsprietje leeft in het Palearctische gebied tot aan het oosten van Siberië. In het noorden loopt het verspreidingsgebied van de Britse eilanden tot Scandinavië en Rusland tot aan de poolcirkel. In het zuiden loopt het verspreidingsgebied van Marokko, Zuid-Spanje, Calabrië en Griekenland naar Turkije.

Het knopsprietje komt voor van zeeniveau tot op ongeveer 2500 meter hoogte, zoals bijvoorbeeld in de Franse Alpen en de Balkan.

Nederland

In Nederland komt het knopsprietje voornamelijk voor in de oostelijke helft van Nederland en in de duinen.

Habitat en biotoop

Het knopsprietje leeft in droge, spaarzaam begroeide leefgebieden, zoals heidevelden, zandduinen en droge graslanden. Hij heeft kale grond nodig en vermijdt kalkrijke grond.

Herkenning

Het mannetje wordt 11 tot 13 millimeter lang en het vrouwtje 12 tot 17 millimeter. Daarmee behoort het knopsprietje tot de kleinste veldsprinkhanen.

De kleur van het lichaam varieert van zwartbruin tot geelbruin, vaak met een groene of een bonte tekening. Het achterlijf van de mannetjes is meestal roodachtig van kleur.

De opstaande randen aan weerszijden zijn licht gekleurd en zijn zeer sterk naar binnen geknikt zodat een zandloperachtig figuur ontstaat. De vleugels zijn lang en reiken tot ongeveer de achterlijfspunt. De poten zijn effen donker van kleur en vaak naar buiten gebogen.

De antennes van de mannetjes zijn aan de uiteinden verdikt en lijken op knopjes, vandaar de soortnaam. Vrouwtjes hebben slechts zwak ontwikkelde knopvormige uiteinden aan de antennes.

Voedsel

Het knopsprietje is een herbivoor en eet een verscheidenheid aan plantensoorten en is niet alleen gespecialiseerd in grassen.

Weetjes

  • Door hun kleur zijn de dieren perfect aangepast aan hun omgeving en daardoor moeilijk te herkennen.
  • Net als veel andere sprinkhanen, maken knopsprietjes geluid door hun achterpoten over hun vleugels te wrijven. Dit wordt stridulatie genoemd. Het resulteert in een vrij hoog, zacht en vaak ritmisch geluid.
  • Mannetjes maken ook geluiden om hun territorium af te bakenen en andere mannetjes te waarschuwen.
  • Knopsprietjes kunnen hun lichaamstemperatuur reguleren door hun lichaamshouding aan te passen en zich op te warmen in de zon.

Gedrag

Knopsprietjes zijn vooral actief bij warm weer. Ze warmen zich op in de zon om hun lichaamstemperatuur te verhogen en actief te kunnen zijn.

Wanneer een knopsprietje zich bedreigd voelt, vliegt het weg. Hij kan snel korte afstanden afleggen.

De verdikte antennes fungeren als een soort ‘versiering’ en dienen om vrouwtjes aan te trekken. Door zijn antennes te bewegen en te trillen, creëert het mannetje een visueel opvallend signaal.

Naast de visuele aspecten, spelen ook chemische signalen een rol. Het mannetje produceert bepaalde feromonen, stoffen die vrouwtjes kunnen waarnemen met speciale sensoren op hun antennes. Deze feromonen bevatten informatie over het mannetje, zoals zijn gezondheid en genetische geschiktheid.

Voortplanting

Het mannetje probeert met visuele en chemische signalen een vrouwtje in zijn buurt te lokken. Wanneer een vrouwtje geïnteresseerd is, komt ze dichterbij en begint het mannetje intensiever met zijn antennes te zwaaien en te trillen.

Tijdens de balts, die vrijwel uitsluitend in de zon plaatsvindt, rent het mannetje meerdere keren om het vrouwtje heen. Als het vrouwtje bereid is tot paring, zal ze een bepaalde houding aannemen waardoor de paring kan plaatsvinden.

De legsels van de vrouwtjes, die uit twee tot acht eitjes bestaan, worden op beschutte plaatsen gelegd, zoals onder stenen of in de grond, om ze te beschermen tegen predatoren en extreme weersomstandigheden. Bodems die weinig kalk bevatten en niet erg vochtig zijn, hebben de voorkeur.

De meeste knopsprietjes overwinteren als eitje. In het voorjaar komen de jonge nimfen uit de eitjes. Deze nimfen lijken al op de volwassen dieren, maar zijn kleiner en hebben nog geen vleugels. De nimfen groeien en vervellen meerdere keren voordat ze volwassen zijn. Bij elke vervelling worden ze groter en krijgen ze geleidelijk aan vleugels.

De volwassen dieren zijn te zien tussen eind mei en half oktober.

Predatie

Verschillende dieren, zoals vogels en andere insecten, jagen op knopsprietjes.

Bedreiging en bescherming

Het knopsprietje heeft te maken met verschillende bedreigingen, waaronder:

  • Habitatverlies door menselijke activiteiten zoals landbouw, stedelijke ontwikkeling en infrastructuurprojecten waardoor de natuurlijke leefgebieden steeds kleiner en gefragmenteerder worden.
  • Het intensieve gebruik van pesticiden en herbiciden waardoor de vegetatie waar het knopsprietje van afhankelijk is, vermindert.
  • Veranderingen in de temperatuur en de neerslagpatronen waardoor de leefomstandigheden van het knopsprietje beïnvloed worden, waardoor hun overlevingskansen afnemen.

Bronnen


Myrmeleotettix maculatus

Taxonomie

RijkAnimalia
StamArthropoda (Geleedpotigen)
KlasseInsecta (Insecten)
OrdeOrthoptera (Rechtvleugeligen)
FamilieAcrididae (Veldsprinkhanen)
GeslachtMyrmeleotettix
Synoniemen

Kenmerken

Grootte♂: 11-13 mm
♀: 12-17 mm
Vleugellengte
VoedingPlanten
VliegperiodeEind mei-half oktober

Voortplanting

PaartijdJuni-augustus
Uitkomen eitjesVan de herfst tot het voorjaar
Larve ontwikkelingEnkele maanden

Voorkomen in Nederland

StatusOorspronkelijk
ZeldzaamheidAlgemeen
Bescherming

Verspreiding

NederlandOostelijke helft Nederland en duinen
WereldPalearctische gebied
BiotoopvoorkeurZanderige habitats
Verspreidingskaart knopsprietje
Verspreidingskaart knopsprietje


Ontdek meer van Fauna & Flora

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Scroll naar boven