Leefgebied van de gewone koekoekshommel
De gewone koekoekshommel komt in het grootste deel van Europa voor, van het midden van Fennoscandinavië tot Noord-Spanje, Zuid-Italië en Griekenland en van de Britse eilanden tot het meest oostelijke deel van Rusland.
Biotoop
Behalve in zilte gebieden komen gewone koekoekshommels in alle landschapstypen voor. Voorwaarde is wel dat er bomen of hoog opgaande begroeiing is waar ze dekking in kunnen zoeken. Ook in stedelijk gebied komen ze algemeen voor.
Herkenning
In Nederland leven zeven soorten koekoekshommels, waaronder de gewone koekoekshommel. Ze lijken uiterlijk op hun gasthommels, waardoor het gemakkelijker is om de kolonie van de gastheer binnen te dringen.
De koningin van de gewone koekoekshommels is 18 tot 22 mm lang. De mannetjes zijn 15 tot 17 mm lang.
De vacht van de koningin is aan de bovenzijde vrij dun. De kraag, en in sommige gevallen ook de bovenkant van de kop, is oranjegeel, terwijl de tergieten 3 tot en met 5 gele zijkanten hebben met een zwart midden. De rest van het lichaam is zwart. Ze lijken qua kleur en tekening vaak op hun gastheersoort, de hommelsoort die ze parasiteren.
De vacht van het mannetje is variabeler. Er bestaat een bleke vorm, met een brede, lichtgele kraag, gele haren boven op de kop, bleke haren aan de zijkanten van het verder zwarte eerste tergiet en een gele lijn langs de achterrand. De tergieten 3 tot en met 6 zijn lichtgeel, meestal met een zwarte, dunne middenlijn. De rest van het lichaam is zwart.
Gewone koekoekshommels zijn in het veld moeilijk te onderscheiden van andere soorten koekoekshommels.
Voedsel
In het voorjaar bezoeken de vrouwtjes gewone paardenbloemen als nectarbron. In de zomer worden de mannetjes meestal aangetroffen op distels, Centaurie en Scabiosa.
Weetjes
- Koekoekshommels verschillen van alle andere hommels doordat ze zelf geen nest maken, maar parasiteren op andere hommels.
- Ze hebben geen stuifmeelkorfjes aan de poten om stuifmeel te verzamelen.
- Ze komen in één generatie per jaar voor.
Gedrag
Koekoekshommels zijn broedparasieten. Ze verschillen van alle andere hommels doordat ze zelf geen nest maken. In plaats daarvan parasiteren ze op andere hommels.
Een koekoekshommel koningin zoekt met behulp van reuk het ondergrondse nest op van een andere hommelkoningin en verjaagt de gastkoningin of doodt haar met een steek van haar angel. Eenmaal in het nest legt ze haar eitjes. Deze worden vervolgens grootgebracht door de werksters van de gasthommel.
Na de winter zoeken vrouwelijke koekoekshommels weer een nest om eieren te leggen. Mannetjes hebben na het paren geen functie meer en sterven aan het einde van de zomer.
Koekoekshommels hebben zich aangepast aan hun gastheren. Bovendien hebben ze meer gif en een krommere angel en een dikkere bepantsering waarmee ze andere nesten kunnen veroveren. Dit proces van aanpassing wordt co-evolutie genoemd.
In Midden-Europa parasiteren ze vooral de akkerhommel, maar ook de heidehommel, de Limburgse hommel, de weidehommel en de grashommel.
Voortplanting
Gewone koekoekshommels komen in één generatie per jaar voor. Vrouwtjes overwinteren en vliegen pas in het late voorjaar. Vrouwtjes van de nieuwe generatie vliegen vanaf half juli, mannetjes vanaf het begin tot half juli.
Na de overwintering verschijnen de koekoekshommels iets later dan de koninginnen van de hommelsoort waarop ze parasiteren. Het vrouwtje dringt binnen in het nest van een hommelkoningin dat nog in ontwikkeling is en begint daar eieren te leggen.
Dit leidt vaak tot gevechten tussen de binnenvallende koekoekshommel koningin en de werksters die in het nest wonen, maar deze werksters overleven deze gevechten meestal niet. Een gevecht tussen de twee koninginnen lijkt echter een uitzondering te zijn.
De binnendringende koekoekshommel begint met het opeten van de eieren van de gastkoningin terwijl zij zelf eieren begint te leggen. Omgekeerd worden de eieren van de koekoekshommel af en toe gegeten door de gastkoningin en de overige werksters.
De larven ontwikkelen zich sneller dan de larven van de gastheerhommel. De eitjes komen na 3 tot 4 dagen uit. De larven eten nectar en stuifmeel wat door de werksters van de gastheerhommel wordt verzameld. Na 20 dagen beginnen de larven te verpoppen. Na nog eens 5 tot 7 dagen komen de volwassen koekoekshommels uit de pop.
De uitgekomen koekoekshommels verzamelen geen voedsel en nemen nauwelijks deel aan de broedzorg. Ze doden de andere larven in het nest en vliegen weg om te paren en om nieuwe nesten te parasiteren. De bevruchte vrouwtjes overwinteren op verborgen plekken.
Predatie
Predatoren van hommels zijn o.a. vogels, egels, mollen, vleermuizen, roofwespen, libellen en spinnen.
Bedreiging
Koekoekshommels zijn over het algemeen zeldzamer dan hun gastheren, en de verspreiding is kleiner, vooral richting de rand van het verspreidingsgebied van de gastheer. Dit betekent dat de kans groter is dat ze met uitsterven worden bedreigd dan hun gasthommels.
Bronnen
- Gewone koekoekshommel. (2022, april 7). Wikipedia, de vrije encyclopedie. Opgehaald 14:16, mei 8, 2024 van https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Gewone_koekoekshommel&oldid=61610495.
- Gewone koekoekshommel Bombus campestris, Nederlands Soortenregister. https://www.nederlandsesoorten.nl/linnaeus_ng/app/views/species/nsr_taxon.php?id=161707 Geraadpleegd op 17 mei 2024.
- Seite „Feld-Kuckuckshummel“. In: Wikipedia – Die freie Enzyklopädie. Bearbeitungsstand: 5. April 2023, 16:53 UTC. URL: https://de.wikipedia.org/w/index.php?title=Feld-Kuckuckshummel&oldid=232515067 (Abgerufen: 8. Mai 2024, 14:17 UTC)
- Wikipedia contributors. (2023, November 18). Bombus campestris. In Wikipedia, The Free Encyclopedia. Retrieved 14:17, May 8, 2024, from https://en.wikipedia.org/w/index.php?title=Bombus_campestris&oldid=1185737476
- Koekoekshommels. (2024, februari 29). Wikipedia, de vrije encyclopedie. Opgehaald 13:15, mei 9, 2024 van https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Koekoekshommels&oldid=67120173.
Bombus campestris | |
Taxonomie | |
---|---|
Rijk | Animalia |
Stam | Arthropoda (Geleedpotigen) |
Klasse | Insecta (Insecten) |
Orde | Hymenoptera (Vliesvleugeligen) |
Familie | Apidae (Bijen en hommels) |
Geslacht | Bombus (Hommels) |
Kenmerken | |
Grootte koningin | 18-22 mm |
Grootte werkster | Heeft geen wersters |
Grootte mannetje | 15-17 mm |
Spanwijdte koningin | |
Voeding | Nectar |
Vliegperiode | Eind maart tot begin oktober. |
Voortplanting | |
Paartijd | Mei-juli |
Uitkomen eitjes | 3-4 dagen |
Larve ontwikkeling | 20 dagen |
Popfase | 5-7 dagen |
Voorkomen in Nederland | |
Status | Oorspronkelijk |
Zeldzaamheid | Algemeen in oostelijke deel van het land, in het duingebied en in Zuidwest-Nederland. Zeldzaam elders in Nederland. |
Bescherming | |
Verspreiding | |
Nederland | Algemeen in heel Nederland |
Wereld | Van midden Fennoscandinavië tot Noord-Spanje, Zuid-Italië en Griekenland en van de Britse eilanden tot het meest oostelijke deel van Rusland |
Biotoopvoorkeur | Alle landschapstypen met bomen of hoog opgaande begroeiing |
![]() Gewone koekoekshommel EIS Verspreidingsatlas Insecten |
Ontdek meer van Fauna & Flora
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.