Basterdzandloopkever

  • Basterdzandloopkever
  • basterzandloopkever

Beschrijving van de basterdzandloopkever

Leefgebied

De basterdzandloopkever komt in Europa voor tot aan het noorden van Finland, het midden van Zweden en het zuiden van Noorwegen. In het oosten strekt het verspreidingsgebied zich uit over Klein-Azië en de Kaukasus tot aan Siberië.

Habitat en biotoop

Deze loopkever leeft op een kale of spaarzaam begroeide zanderige bodem vooral op droge, warme plaatsen zoals bijvoorbeeld duinen, zanderige open bossen, rivieroevers, zanderige weiden, zandverstuivingen en onverharde wegen.

Herkenning

Deze kever is 11 tot 16 mm lang en heeft een relatief variabele lichaamskleur. In de regel is de basterdzandloopkever kopergroenachtig van kleur, maar er zijn ook koperbruine of blauwachtige exemplaren. De onderkant is metaalachtig groen, de bovenlip (labrum) is witachtig.

Het halsschild is bij veel exemplaren regenboogkleurig. De dekvleugels hebben witte of gele gekronkelde symmetrische vlekken. De basale vlek heeft ongeveer de vorm van een C.

Het voorhoofd (frons) is haarloos en ook onder de samengestelde ogen zitten geen borstelharen. Het gebrek aan haar onderscheidt de soort van de soortgelijke Cicindela sylvicola, waarvan het voorhoofd behaard is. Het eerste antennesegment heeft slechts enkele witte borstelharen aan de punt.

De larve is van dichtbij bekeken een vraatzuchtig monster met een wormachtig stekelig lichaam en een enorme kop met stevige kaken. Hiermee grijpen ze alles wat ze aankunnen.

Voedsel

De imago’s en de larven eten insecten. De imago’s kunnen met hun zeer goede ogen grotere prooien (bijvoorbeeld zachte kevers) waarnemen op een afstand van 20 tot 30 centimeter en kleine prooien (bijvoorbeeld mieren) op ongeveer 10 centimeter.

Weetjes

  • De basterdzandloopkever is een van de circa vijf zandloopkevers die in het Nederlands taalgebied voorkomen.
  • De basterdzandloopkever heeft zich uitstekend aangepast aan zijn zanderige leefomgeving, wat duidelijk te zien is aan zijn voortplantingsgedrag.

Gedrag

De basterdzandloopkever kan snel lopen en een snelheid van 2,5 meter per seconde bereiken. Hij vliegt korte stukjes, voornamelijk bij het jagen op prooien

Voortplanting

De basterdzandloopkever heeft een levenscyclus van twee jaar. De volwassenen komen in het voorjaar tevoorschijn om te paren en eieren te leggen. De larven die hieruit voortkomen, ontwikkelen zich gedurende de zomer en overwinteren vervolgens om te verpoppen en de volgende zomer als volwassenen tevoorschijn te komen. Deze volwassenen overwinteren vervolgens om het jaar erna te paren.

Er zijn dus in wezen twee afzonderlijke populaties op de locatie, waarbij de ene overwintert als volwassene, terwijl de andere overwintert als larve, waarbij ze elke winter afwisselen.

Eitjes

Het vrouwtje legt haar eitjes in de grond, vaak op zanderige plekken waar de larven zich goed kunnen ontwikkelen.

Larven

Nadat de larven uit de eitjes zijn gekomen graven ze een verticale schacht in het zand tot 20 cm diep en positioneren zichzelf bovenaan de schacht met hun afgeplatte kop en thorax als een soort putdeksel aan de oppervlakte.

Ze hebben een speciaal paar haken halverwege de achterkant van het achterlijf die in de zandwand van de schacht worden gestoken om de larve op zijn plaats te houden. Wanneer er een ander insect langs kruipt, springt de larve naar buiten om het met zijn kaken te grijpen.

Als ze bedreigd worden, laten de larven zich snel in de schacht vallen om uit de gevarenzone te blijven.

Poppen

De larven vervellen verschillende keren tijdens de groei. Na enkele maanden verpoppen ze zich in de grond. Hierna komen de volwassen kevers tevoorschijn. Ze zijn dan klaar om te jagen en zich voort te planten.

Predatie

Predatoren van de basterdzandloopkever zijn vogels, grotere roofinsecten zoals wespen en grotere kevers, kikkers, padden en hagedissen.

Bedreiging en bescherming

Bedreigingen voor de basterdzandloopkever zijn de vernietiging van zanderige leefgebieden door menselijke activiteiten zoals landbouw, stedelijke ontwikkeling en recreatie, veranderingen in het beheer van natuurgebieden, zoals het dichtgroeien van open zandvlaktes door gebrek aan begrazing of beheer en verder veranderingen in temperatuur en neerslagpatronen.

Bronnen


Cicindela hybrida

Taxonomie

RijkAnimalia
StamArthropoda (Geleedpotigen)
KlasseInsecta (Insecten)
OrdeColeoptera (Kevers)
FamilieCarabidae (Loopkevers)
GeslachtCicindela
SynoniemenBronzen zandloopkever

Kenmerken

Grootte11-16 mm
Vleugellengte10-15 mm
VoedingInsecten
VliegperiodeMaart-oktober

Voortplanting

PaartijdLente-vroege zomer
Uitkomen eitjes1-2 weken
Larve ontwikkeling1 jaar
Popfase2-4 weken

Voorkomen in Nederland

Status
ZeldzaamheidVrij algemeen
BeschermingNiet specifiek

Verspreiding

NederlandIn zandige gebieden
WereldEuropa, Azië
BiotoopvoorkeurOpen, zonnige en zandige habitats
verspreidingskaart bastaardzandloopkever
Verspreidingskaart basterdzandloopkever


Ontdek meer van Fauna & Flora

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Scroll naar boven