Beschrijving van de veldhommel
Leefgebied
De veldhommel komt wijdverspreid voor in het Palearctisch gebied (inclusief Japan), het Oriëntaals gebied, het Arctic gebied en het westelijk Nearctisch gebied. Deze hommel komt vaker voor in noordelijker gelegen gebieden. Hij is ook te vinden op IJsland, waar hij waarschijnlijk door mensen is geïntroduceerd, en in Groot-Brittannië.
Habitat en Biotoop
De habitats omvatten kustgebieden, landbouwgronden, graslanden, heidevelden, steden, tuinen, hooglanden en bosranden. De soort is bijna overal te vinden waar bloemen als voedselbron te vinden zijn.
Herkenning
De veldhommel is een grote hommel. De koningin heeft een lengte van 18 tot 22 mm en een spanwijdte van ongeveer 36 mm. Ze weegt 0,46 tot 0,70 gram.
De werksters zijn kleiner dan de koninginnen, met een lengte van 12 tot 18 mm en een gewicht van 0,04 tot 0,32 gram.
De mannetjes zijn 16 tot 18 mm groot en verschillen in uiterlijk meer van de koninginnen door hun gele neuzen en grotere hoeveelheden gele haren.
De soort heeft een korte proboscis, twaalfdelige antennes en grote mandibels. De puntogen (ocelli) staan bijna in een rechte lijn. Het kopschild (clypeus) en het gezicht zijn altijd zwart.
De voorzijde van het lichaam (thorax) en het tweede tergiet zijn citroengeel of witgeel behaard. De rest van het lichaam is bedekt met zwart haar. Het vierde en zesde tergiet zijn meestal oranjegrijs tot bruin van kleur.
De haarloze, glanzende achterste scheenbenen zijn aan de buitenkant plat en bij de vrouwtjes voorzien van een stuifmeelkorfje. Het stuifmeel wordt als een klompje opgebouwd en in het korfje geplaatst. Mannetjes hebben geen stuifmeelkorfjes, omdat ze geen stuifmeel verzamelen.
De dichte beharing op het achterlijf bedekt de tergieten, waarvan er aan de onderkant slechts zes zichtbaar zijn. De aardhommel heeft ook een puntig uiteinde.
Er bestaan zowel donkerdere als lichtere vormen. De mannetjes variëren in kleur meer dan de vrouwtjes. De donkere mannetjes worden vooral aangetroffen in noordelijk Fennoscandinavië, het zuidwesten van Noorwegen en op het eiland Gotland in de Oostzee.
Voedsel
De veldhommel eet voornamelijk nectar en stuifmeel van bloemen. Ze zijn polylectisch, wat betekent dat ze stuifmeel verzamelen van een breed scala aan plantensoorten. Omdat ze een relatief korte tong hebben, geven ze de voorkeur aan bloemen waar de nectar gemakkelijk toegankelijk is.
De nectar voorziet hen van energie, terwijl het stuifmeel wordt gebruikt als eiwitbron om de larven in het nest te voeden.
Weetjes
- Over het algemeen lijken veldhommels qua kleur op aardhommels. Daardoor zijn de soorten in het veld bijzonder moeilijk van elkaar te onderscheiden.
- Hommels hebben stuifmeelkorfjes (corbicula) op hun achterpoten, een soort mandjes die uit stijve haren bestaan. Wanneer de hommel in contact komt met stuifmeelkorrels, dan blijven die aan de harige vacht kleven. De hommel poetst zichzelf vervolgens waarbij ze de stuifmeelkorrels met haar poten naar de korfjes verplaatst. Met wat nectar of speeksel wordt het stuifmeel bevochtigt en wordt het in de korfjes tot kleine, compacte korrels gevormd die mee naar het nest worden genomen om de larven te voeden.
Gedrag
De veldhommel is een sociaal insect. In het voorjaar beginnen de koninginnen met het bouwen van nesten en het leggen van het broedsel. In tegenstelling tot veel andere hommels gebeurt dit in de kruid- en moslaag. Daarom kan de veldhommel tot de grondbewonende hommels gerekend worden.
De broedcellen, wascellen (om voedsel zoals nectar en stuifmeel op te slaan), cocons en andere opslagplaatsen zijn onregelmatig gerangschikt. Hiermee onderscheiden ze zich van honingbijen, die keurige regelmatige nesten bouwen.
Voortplanting
De bevruchte koningin overwintert in een beschutte plek, zoals onder bladeren of in de grond. In het vroege voorjaar ontwaakt de koningin en zoekt ze nectar en stuifmeel om energie op te doen. Vervolgens zoekt ze een geschikte plek om een nest te bouwen, zoals een verlaten knaagdierhol of een graspol.
De koningin bouwt een klein nest en legt haar eerste eieren in speciale nectarklontjes, die voor het grootste deel uit stuifmeel van planten bestaan, in speciaal daarvoor aangelegde wascellen. Hierin ontwikkelen zich de eerste, tot wel 500 individuele werksters. Ze broedt deze eieren uit door haar vliegspieren te trillen om warmte te genereren. De eieren komen in het voorjaar na ongeveer 4 dagen uit waarna de larven zich ontwikkelen. Ze voeden zich met stuifmeel en nectar en verpoppen na ongeveer 2 weken.
De eerste jonge werksters komen uit de poppen en nemen taken zoals voedsel verzamelen en nestverzorging over, terwijl de koningin zich richt op het leggen van meer eieren.
In de zomermaanden worden mannetjes en nieuwe koninginnen geboren. De mannetjes paren met de nieuwe koninginnen. De nieuwe koninginnen zoeken een plek om te overwinteren, terwijl de rest van de kolonie sterft.
Predatie
Veldhommels hebben verschillende natuurlijke vijanden zoals de tweekleurige koekoekshommel (Bombus bohemicus), die het nest binnendringt en haar eigen eitjes laat verzorgen door de werksters. Daarnaast worden veldhommels vaak belaagd door vogels, spinnen en andere insecten zoals wespen. Ook parasieten zoals mijten kunnen een bedreiging vormen voor de kolonie.
Bedreiging
Veldhommels hebben te maken met verschillende bedreigingen zoals:
- Habitatverlies door urbanisatie en intensieve landbouw waardoor natuurlijke leefgebieden zoals graslanden en bosranden verdwijnen,
- Chemische bestrijdingsmiddelen (pesticiden) die, zowel direct als indirect, schadelijk voor hommels zijn door het verminderen van voedselbronnen,
- Veranderingen in temperatuur en weerpatronen door klimaatverandering wat de beschikbaarheid van bloemen en nestlocaties beïnvloeden,
- Parasieten, zoals de tweekleurige koekoekshommel (Bombus bohemicus), die het nest binnendringen en parasitair gedrag vertonen,
- Andere insectensoorten die kunnen concurreren om voedsel en nestlocaties.
Bronnen
- Veldhommel. (2025, januari 3). Wikipedia, de vrije encyclopedie. Opgehaald 09:32, april 16, 2025 van https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Veldhommel&oldid=68681000.
- Seite „Hellgelbe Erdhummel“. In: Wikipedia – Die freie Enzyklopädie. Bearbeitungsstand: 1. April 2022, 19:27 UTC. URL: https://de.wikipedia.org/w/index.php?title=Hellgelbe_Erdhummel&oldid=221697479 (Abgerufen: 16. April 2025, 09:32 UTC)
- Wikipedia contributors. (2025, January 11). Bombus lucorum. In Wikipedia, The Free Encyclopedia. Retrieved 09:33, April 16, 2025, from https://en.wikipedia.org/w/index.php?title=Bombus_lucorum&oldid=1268812999
- Veldhommel Bombus lucorum | Nederlands Soortenregister. Geraadpleegd 30 maart 2025.
- NDFF Verspreidingsatlas | Bombus lucorum – Veldhommel. Geraadpleegd 30 maart 2025.
Bombus lucorum | |
Taxonomie | |
---|---|
Rijk | Animalia |
Stam | Arthropoda (Geleedpotigen) |
Klasse | Insecta (Insecten) |
Orde | Hymenoptera (Vliesvleugeligen) |
Familie | Bijen en hommels (Anthophila) |
Geslacht | Hommels (Bombus) |
Kenmerken | |
Grootte koningin | 18-22 mm |
Grootte werkster | 12-18 mm |
Grootte mannetje | 16-18 mm |
Spanwijdte koningin | 36 mm |
Voeding | Nectar, stuifmeel |
Vliegperiode | Maart-oktober |
Voortplanting | |
Paartijd | Einde van de zomer en het begin van de herfst |
Uitkomen eitjes | 4 dagen |
Larve ontwikkeling | 10 dagen |
Popfase | 2 weken |
Voorkomen in Nederland | |
Status | Oorspronkelijk |
Zeldzaamheid | Algemeen |
Bescherming | |
Verspreiding | |
Nederland | Heel Nederland |
Wereld | Palearctisch, Oriëntaals, Arctic en het westelijk Nearctisch gebied |
Biotoopvoorkeur | Kustgebieden, landbouwgronden, graslanden, heidevelden, steden, tuinen, hooglanden en bosranden |
![]() Verspreidingskaart veldhommel |
Ontdek meer van Fauna & Flora
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.