• veenhommel
  • veenhommel

Beschrijving van de veenhommel

Leefgebied

De veenhommel leeft in het Palearctische gebied, van West-Europa tot de Russische Pacifische kust, inclusief het schiereiland Kamtsjatka en de Koerilen-eilanden.

In Europa komt de soort ten noorden van de poolcirkel in Scandinavië voor en meer naar het zuiden in IJsland en Groot-Brittannië. De zuidgrens van het verspreidingsgebied strekt zich uit van het Cantabrisch gebergte in Noord-Spanje via de Alpen, inclusief de noordelijke Apennijnen en de noordelijke Balkan en de boszone van Oekraïne, tot Siberië. Er komen ook enkele waarnemingen in Turkije voor.

De soort wordt in de noordelijke delen van het verspreidingsgebied, waaronder de Russische toendra, Scandinavië en Groot-Brittannië als een algemene soort beschouwd, maar wordt zeldzamer richting het zuiden en komt in de zuidelijkste delen van het verspreidingsgebied alleen in het hooggebergte voor.

Habitat en biotoop

De veenhommel leeft in open landschappen, vooral in heidevelden, zandvlakten, weilanden en tuinen, maar ook in bosgebieden.

Herkenning

De koninginnen van de veenhommel hebben een lichaamslengte van 15 tot 18 mm, de werksters van 9 tot 14 mm en de darren van 11 tot 14 mm. De koningin heeft een gemiddelde spanwijdte van 29 mm. De kop is kort en niet langwerpig zoals bij sommige andere hommelsoorten.

Vrouwtjes (koninginnen en werksters) hebben een overwegend zwart achterlijf met een gele kraag. Het eerste en soms ook het tweede tergiet is geel en de punt van het achterlijf (tergieten vier en vijf) is wit. Het gezicht is zwart met af en toe een plek met een gele vacht op de bovenkant.

Het middenvoetsbeentje van de middelste poten heeft een afgeronde binnenkant.

Mannetjes zijn vergelijkbaar, maar zijn meer geel. De gele kraag loopt door aan de ventrale zijde, de twee eerste tergieten zijn altijd geel en er is veel meer gele vacht te vinden op het gezicht.

Er worden echter donkerdere vormen van de vrouwtjes gezien, evenals vormen (soms beschouwd als ondersoorten) die verschillen in de hoeveelheid geel in de vacht en met bruinachtige haren op de witte staart.

Voedsel

De veenhommel bezoekt verschillende voedselbronnen, zoals klaver, rolklaver, rode bosbes, distels en vele andere.

Weetjes

  • Qua kleur lijkt de veenhommel die van de tuinhommel.
  • Veenhommels maken een hoog zoemend geluid als ze vliegen.

Gedrag

Het nest, dat maximaal 50 tot 120 werksters kan bevatten, kan zowel boven als onder de grond worden gebouwd.

Het actieve vliegseizoen loopt van eind maart tot half september. Wanneer het klimaat het toelaat kan deze soort twee broedsels per seizoen hebben.

Een onderzoek in Noord-Zweden toont aan dat de mannetjes, wanneer ze patrouilleren en op zoek gaan naar jonge koninginnen, dit op boomtop niveau doen, waarbij ze twijgen en bladeren markeren met feromonen om de koninginnen aan te trekken.

Voortplanting

De voortplanting van de veenhommel vindt in de zomer plaats, wanneer nieuwe koninginnen en mannetjes worden geproduceerd.

Mannetjes die het nest verlaten gaan op zoek naar nieuwe koninginnen. Het paren vindt in de late zomer plaats. Na het paren gaat het mannetje dood. De bevruchte koninginnen verlaten het nest en zoeken dan naar een beschutte plek waar ze kunnen overwinteren.

De koninginnen ontwaken in de lente en zoeken dan naar een geschikte plaats om een nieuw nest te bouwen. Hierbij kiezen ze vaak voor een oud muizenhol of iets vergelijkbaars. Ze beginnen dan met het leggen van de eieren, die zich ontwikkelen tot larven, poppen en uiteindelijk volwassen hommels: de werksters en later nieuwe koninginnen en mannetjes.

Predatie

Predatoren van de veenhommel zijn vogels zoals mezen en spechten die op hommels jagen, kruisspinnen en andere webbouwende spinnen die veenhommels in hun web kunnen vangen, parasieten zoals koekoekshommels die soms de nesten van veenhommels als gastheer gebruiken en daar hun eigen eieren in leggen en verder kleine zoogdieren die de nesten van hommels opgraven en hun larven opeten.

Bedreiging

De veenhommel wordt bedreigd door:

  • Habitatverlies door de intensieve landbouw, verstedelijking en ontbossing waardoor bloeiende graslanden, heidevelden en moerasgebieden die essentieel zijn voor voedsel en nestplaatsen, verdwijnen,
  • Chemische bestrijdingsmiddelen in de landbouw welke schadelijk zijn voor hommels, zowel direct (door vergiftiging) als indirect (door het verminderen van bloeiende planten),
  • Klimaatverandering in de vorm van veranderingen in temperatuur en weersomstandigheden die de leefgebieden en bloeitijden van planten beïnvloeden, wat de voedselvoorziening verstoort,
  • Ziekten en parasieten die kolonies ernstig kunnen verzwakken,
  • Concurrerende invasieve soorten die concurreren om voedsel en nestplaatsen, waardoor de veenhommel moeilijker kan overleven,
  • Fragmentatie van leefgebied waardoor kleine, geïsoleerde populaties ontstaan waardoor moeilijk genetische diversiteit kan worden behouden, wat het aanpassingsvermogen vermindert.

Bronnen

Bombus jonellus

Taxonomie

RijkAnimalia
StamArthropoda (Geleedpotigen)
KlasseInsecta (Insecten)
OrdeHymenoptera (Vliesvleugeligen)
FamilieApidae (Bijen en hommels)
GeslachtBombus (Hommels)

Kenmerken

Grootte koningin15-18 mm
Grootte werkster9-14 mm
Grootte mannetje11-14 mm
Spanwijdte koningin29 mm
VoedingNectar en stuifmeel
VliegperiodeEind maart tot half september

Voortplanting

PaartijdZomer
Uitkomen eitjes3-5 dagen
Larve ontwikkeling1-2 weken
Popfase1-2 weken

Voorkomen in Nederland

StatusOorspronkelijk
ZeldzaamheidVrij zeldzaam
Bescherming

Verspreiding

NederlandVrijwel het hele land
WereldPalearctische gebied
BiotoopvoorkeurOpen landschappen
verspreidingskaart veenhommel
Verspreidingskaart veenhommel


Ontdek meer van Fauna & Flora

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Scroll naar boven