Moerassprinkhaan

  • Moerassprinkhaan
  • Moerassprinkhaan
  • moerassprinkhaan

Beschrijving van de moerassprinkhaan

Leefgebied

De moerassprinkhaan komt in heel Europa voor. Er zijn echter ook een paar waarnemingen uit West-Azië.

Nederland

In Nederland komt de moerassprinkhaan algemeen voor, behalve op de Waddeneilanden en in een brede strook langs de kust. Ook in het noorden van Nederland, boven de lijn Sneek – Delfzijl komt de moerassprinkhaan niet voor.

Habitat en biotoop

De moerassprinkhaan heeft een voorkeur voor natte en vochtige weiden. Hij komt ook in lage aantallen voor in dopheidevegetaties en vergraste heideterreinen.

Herkenning

De moerassprinkhaan wordt 16 tot 35 mm lang en is meestal olijfgroen tot donkerbruin van kleur. Vrouwtjes hebben soms een paarse, gevlekte kleur maar deze kleurstelling varieert aanzienlijk.

De voorvleugels hebben aan de onderkant een gele streep en de achterpoten zijn aan de onderkant oranjerood gekleurd. De achterste knieën zijn meestal opvallend zwart. Op de achterste scheenbenen zit een rij zwarte stekels.

Voedsel

Moerassprinkhanen eten zoet gras en zegge.

Weetjes

  • Omdat ze goed kunnen vliegen kan de soort zich binnen een straal van enkele honderden meters opnieuw vestigen.
  • Van alle Europese soorten hebben de larven de hoogste behoefte aan vocht.

Gedrag

Moerassprinkhanen tjirpen niet zoals andere sprinkhanen, maar produceren klikkende geluiden die van veraf te horen zijn. Dit geluid maken ze door met de stekels van de scheenbenen van de achterpoten langs de vleugels te strijken. Meestal herhalen ze dit geluid met langere tussenpozen. De vrouwtjes laten zelden geluiden horen.

De volwassen dieren kunnen tussen juli en oktober worden waargenomen met een piek in augustus, nadat ze vijf larvale stadia hebben doorlopen. Volwassen moerassprinkhanen leven maximaal 53 dagen.

Voortplanting

Eieren

De levenscyclus duurt één jaar. De eieren worden in de zomer, in pakketjes van 11-14 eitjes, in de bovengrond gelegd op plekken met korte vegetatie. Ze komen in mei van het volgende jaar uit. Omdat de eieren niet goed beschermd zijn tegen uitdroging, is het van groot belang dat de grond tot de volgende zomer voldoende vochtig blijft. Ze ontwikkelen zich alleen bij een luchtvochtigheid van 100% en indien ze in direct contact met water staan. Dit is vooral van belang voordat de eieren in diapauze gaan, dus voor de winter. Na de winter zijn ze beter bestand tegen droogte.

Nimfen

De nimfen blijven dicht in de buurt van waar ze uit het ei zijn gekomen. De eerste stadia van de nimfen hebben een voorkeur voor een korte kruidenbegroeiing, terwijl de latere stadia meer tussen middelhoge kruiden te vinden zijn.

Predatie

De natuurlijke predatoren van moerassprinkhanen zijn vogels, zoogdieren en insecteneters zoals kikkers en spinnen. Ze kunnen ook slachtoffer worden van verschillende parasieten en ziektes.

Bedreiging en bescherming

De moerassprinkhaan is afhankelijk van draslanden en kwam vroeger wijdverspreid en algemeen voor. De drooglegging van uiterwaarden en het intensieve gebruik van voormalige natte weilanden is een bedreiging voor deze soort.

In Nederland is de moerassprinkhaan beschermd door onder andere de Natuurbeschermingswet.

Bronnen

Stethophyma grossum

Taxonomie

RijkAnimalia
StamArthropoda (Geleedpotigen)
KlasseInsecta (Insecten)
OrdeOrthoptera (Rechtvleugeligen)
FamilieAcrididae (Veldsprinkhanen)
GeslachtStethophyma
Synoniemen

Kenmerken

Grootte16-35 mm
Vleugellengte16-35 mm
VoedingZoet gras en zeggen
VliegperiodeJuli-oktober

Voortplanting

PaartijdJuli-september
Uitkomen eitjesVolgend jaar
Nimfen ontwikkeling5 maanden

Voorkomen in Nederland

StatusOorspronkelijk
ZeldzaamheidAlgemeen
BeschermingNatuurbeschermingswet

Verspreiding

NederlandHeel Nederland, behalve waddeneilanden en kust
WereldEuropa
BiotoopvoorkeurNatte en vochtige weiden
Verspreidingskaart moerassprinkhaan
Verspreidingskaart moerassprinkhaan


Ontdek meer van Fauna & Flora

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Scroll naar boven