• Grutto
  • Grutto
  • Grutto
  • Grutto
  • Grutto
  • Grutto

Leefgebied van de grutto

De grutto broedde eerst vrijwel alleen in Nederland, maar door klimaatverandering en verdwijnend weidegebied in Nederland breidt het broedgebied zich uit naar noordelijke streken. In IJsland, Finland en West-Rusland nemen de aantallen toe en doet hij het beter dan in Nederland. Maar Nederland herbergt toch nog zo’n 90% van de broedvogels van Noordwest-Europa.

Rond 1960 broedden er in Nederland jaarlijks ongeveer 120.000-140.000 paren. In de periode van 2018-2020 bedroeg het aantal broedparen 26.000-33.000. De grutto wordt als indicatorsoort beschouwd voor veel milieufactoren. Van 2003-2006 was er onder de naam Nederland Gruttoland een campagne voor het behoud van de grutto.

De belangrijkste oorzaak voor de drastische afname van het aantal grutto’s is waarschijnlijk de intensieve landbouw. Monocultuur met enkel gras en weinig bloemen, maar ook te vroeg maaien, toenemende predatie, ontwatering van de grond en veel bemesten speelt de gruttostand parten. Het leefgebied van de grutto wordt bovendien steeds kleiner door verstedelijking en aanleg van nieuwe wegen. Ook gevolgen van klimaatverandering spelen een rol, zoals b.v. meer droge perioden waarin voedsel (regenwormen) onbereikbaar wordt.

Habitat

Vanaf februari keren de grutto’s terug uit hun winterkwartieren. Ze verzamelen zich bij ondiepe plassen en plas-dras weilanden. De belangrijkste broedgebieden van de grutto in ons land zijn de veenweiden van Friesland, Noord- en Zuid-Holland. Het meest ideaal zijn vochtige, kruidenrijke graslanden met een goed bodemleven en volop insecten aan de oppervlakte. Late maaidata en kruidenrijke weilanden zijn een vereiste om jonge grutto’s kans te geven te overleven. Na het broedseizoen komen de grutto’s weer samen op vochtige pleisterplaatsen. Voor de mislukte broedvogels is dat al in mei.

Herkenning

De grutto is een grote, slanke steltloper met lange poten en een lange vrijwel rechte snavel. Deze is aan de kopzijde oranje. De flanken zijn gevlekt en de buik is voorzien van donkere banden.

In de winter heeft hij een bruingrijze borst en bovendelen.  In de zomer heeft het mannetje van de grutto een oranjebruine kop, nek en borst. Het mannetje heeft een meer steenrode kleur dan vrouwtje.

De grutto is 37-42 cm groot en heeft een spanwijdte van 63-74 cm. Mannetjes wegen 160-440 gram en vrouwtjes 244-500 gram. De levensduur bedraagt 10-15 jaar, met uitschieters tot wel 29 jaar.

Geluid

De meest gehoorde roep van de grutto is een luid en helder ‘gruttooo, gruttooo’, waarbij de eerste lettergreep in toonhoogte stijgt en de tweede weer daalt.

Weetjes

  • Wanneer de grutto vliegt vallen de witte strepen boven en onder de vleugels op evenals de witte staartbasis (vierkant) en de zwarte eindband. De poten steken dan uit. 
  • Grutto’s pikken in Nederland soms wel 1200 emelten per dag uit het weiland, tot vreugde van veehouders.
  • De baltsroep van de grutto klinkt met wat fantasie als utto utto utto, dat hij snel achter elkaar roept. Aan deze roep dankt de grutto zijn naam.

Voedsel

Als steltloper beweegt de grutto zich gemakkelijk over het veld op zoek naar voedsel. Met de tere snavel zoekt hij tot diep in de zachte bodem naar diertjes. In Nederland eet de volwassen grutto regenwormen, insecten en insectenlarven zoals larven van langpootmuggen (emelten).

Jonge vogels jagen op insecten zoals langpootmuggen. Tijdens de trektocht in Portugal en Spanje en in het overwinteringsgebied is de grutto vegetariër en eet hij rijstkorrels op de plaatselijke rijstvelden.

Gedrag

Vogeltrek

Veel grutto’s trekken vanaf juli tot in augustus in een breed front hoog in de lucht over lange afstanden en vliegen vaak langs de kust. Vanuit Nederland trekken grutto’s over Frankrijk, via Spanje en Portugal zuidwaarts. Ze vliegen vaak in één ruk de Sahara over naar Senegal en Guinee-Bissau. Een ander deel van de grutto’s trekt via Italië (Toscane) naar Afrika. Vanaf februari arriveren ze weer in Nederland. De jongen blijven een jaar lang in het winterkwartier, voordat ze gaan trekken.

Voortplanting

De grutto broedt in veenweidegebieden en uiterwaarden. Oorspronkelijk broedde de grutto in open moerassen en in hoogveen. Toen Nederland steeds meer in cultuur gebracht werd met weilanden, heeft hij zich aangepast aan de omstandigheden.

Tijdens het broedseizoen laat de grutto spectaculaire baltsvluchten zien. Al vanaf eind maart kunnen de eerste grutto’s een legsel hebben. De eileg loopt door tot juni, met een piek in de tweede helft van april. Ze krijgen meestal één broedsel per jaar met 3-4 eieren van gemiddeld 55 x 37 mm. De broedduur bedraagt 22-25 dagen.

Grutto’s hebben een onopvallend grasnest, dat wordt gemaakt in een ondiep kuiltje tussen de lange vegetatie van grasland, bij voorkeur in de nabijheid van ruigere delen in het veld. Als het gras lang genoeg is, buigt hij de halmen over het nest, dat daardoor moeilijk te zien is. Halflang gras biedt ook bescherming voor uitgekomen kuikens; in langer gras blijken ze zich slecht te kunnen voortbewegen.

Het is geen echte koloniebroeder, maar hij broedt graag in directe nabijheid van soortgenoten in verband met het opmerken en verjagen van vijanden. De jongen lopen meteen uit het nest (nestvlieders) en zijn na zo’n 24-27 dagen vliegvlug. De familie blijft dan nog zo’n 5-14 dagen bij elkaar.

Predatie

Bescherming

Met de grutto gaat het steeds slechter. De voornaamste oorzaak daarvan is de intensieve melkveehouderij. Bloemen en kruiden hebben plaatsgemaakt voor snelgroeiend eiwitrijk gras als voedsel voor koeien, met veel te weinig insecten voor de jongen en een te laag waterpeil. En het gras wordt al gemaaid voor de kuikens kunnen vliegen.

Rode lijst

De grutto staat op de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels in de categorie ‘Gevoelig’. Rode Lijsten bevatten soorten die bedreigd worden of kwetsbaar zijn. Rode Lijsten hebben geen officiële juridische status, maar hebben in de praktijk wel een belangrijke signaleringsfunctie. Voor deze soorten geldt een hogere prioriteit bij het nemen van actieve beschermingsmaatregelen, bijvoorbeeld door hun leefgebieden te verbeteren.

Bronnen

Parus major

Taxonomie

RijkAnimalia (Dieren)
StamChordata (Chordadieren)
KlasseAves (Vogels)
OrdeCharadriiformes (Steltloperachtigen)
FamilieScolopacidae (Strandlopers en snippen)
GeslachtLimosa (Grutto’s)

Kenmerken

Grootte37-42 cm
Snavellengte7.5-12 cm
KleurWinter  bruingrijze borst en bovendelen.  Zomer mannetje oranjebruine kop, nek en borst. 
Gewicht♂ 160-440 gram, ♀ 244-500 gram
Vleugelspanwijdte63-74 cm
Groep/solitairGroep
VoedingRegenwormen, insecten, larven van insecten (emelten).

Voortplanting

BroedintervalJaarlijks
PaartijdMaart-juni
Aantal eieren3-4 eieren
Plaats eierenOndiep kuiltje in grasland
Grootte eieren55-37 mm
Broedduur22-25 dagen
Aantal legsels1
Vliegvlug24-27 dagen
Geslachtsrijp2 jaar
Levensduur10-15 jaar

Voorkomen in Nederland

Aantal broedparen26.000-33.000 (in 2018-2020)
Aantal overwinteraars0-5 (in 2013-2015)
Doortrekkers23.900-43.700, mrt (in 2012-2017)
BeschermingBeschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming is in Nederland geregeld in de Wet natuurbescherming.
Rode lijstGevoelig

Sovon Vogelonderzoek Nederland

Sovon Vogelonderzoek Nederland

Voorkomen Wereldwijd

Grutto

Author: J. Schroeder,
License: CC BY-SA 2.5


Ontdek meer van Fauna & Flora

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Scroll naar boven