Leefgebied van de kluut
Het broedgebied van de kluut strekt zich uit over verschillende klimaatzones van de gematigde Atlantische kusten van Noordwest-Europa en de continentale steppen van Centraal-Azië via het Middellandse Zeegebied tot de tropische en subtropische klimaten van Oost- en Zuid-Afrika.
In Europa
In Europa is de kluut als broedvogel aanwezig langs de kusten van Groot-Brittannië, Zuid-Zweden, Estland, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Nederland en Portugal. In Spanje broedt hij zowel aan de kust als in het binnenland. Ze zijn ook inheems in Sardinië, Italië, Griekenland, Roemenië en Hongarije. In Oostenrijk zijn ze bijzonder goed waar te nemen aan het Neusiedler Meer, waar in 2004 meer dan vijfhonderd volwassen vogels werden geteld, maar hun broedsucces alarmerend laag was. De Wolga-delta is ook een van de belangrijke Europese broedgebieden voor de kluut.
In Nederland
In Nederland is de kluut tijdens het broedseizoen voornamelijk aanwezig in zoete of brakke watergebieden zoals inlagen in Zeeland en Texel, zout en brakwatergebieden zoals de Waddeneilanden, de Groningse en Friese waddenkust en langs de Dollard en het Lauwersmeer. Tijdens de doortrek bezoeken duizenden vogels de Dollard en andere slikachtige zoutwatergebieden. De vogel overwintert langs de kust van de Middellandse Zee en de Atlantische kust van Frankrijk en Portugal. Een deel van de populatie overwintert in de Westerschelde.
Biotoop
De biotoop bestaat vooral uit zoute milieus zoals slikgebieden met eilandjes met kale grond, schelpen, wat planten en kort gras, vaak samen met plevieren en sterns. In zoete gebieden zijn ze ook te vinden op kort grasland en in open bouwland (bieten, zomergranen, aardappelen, mais). Korte vegetaties zijn noodzakelijk. De kluut kan zich snel ergens vestigen en is dus een pionier, die na successie van vegetatie weer verdwijnt.
Herkenning
Een volwassen kluut is 43 tot 45 centimeter lang en weegt 290 tot 400 gram. De spanwijdte is maximaal 80 centimeter. Kluten zijn duidelijk herkenbaar aan hun kleur van het verenkleed en de bijzondere omhoog gebogen snavelvorm. Het wit van het verenkleed contrasteert met het zwart.
Het onderste deel van de kop, nek, borst, rug en buik is wit is en de bovenkant van de kop, kruin, nek, de laterale delen van de rug en de boven- en onderkant zijn zwart. Ook het laatste derde deel van de slagpennen is zwart. De halflange poten zijn grijs met een lichte blauwachtige tint.
Opvallend en ook uniek is de lange, donkergrijze snavel, die naar de punt toe duidelijk omhoog gebogen is. Tijdens de vlucht lijkt de kluut van onderaf gezien helemaal wit behalve de zwarte vleugelpunten. Van bovenaf gezien zijn de zwart-witte vleugelmarkeringen bijzonder duidelijk.
De poten zijn tijdens de vlucht gestrekt en steken ver voorbij het puntje van de staart uit, maar de nek is niet volledig gestrekt.
Seksueel dimorfisme is erg laag. Soms vertonen vrouwtjes een iets lichtere bevedering aan de basis van de snavel en een witte ring rond de ogen.
In het juveniele verenkleed zijn de delen die zwart zijn bij de volwassen vogels eerder donkerbruin, de witte delen zijn duidelijk bruin of hebben een ecru zweem.
Geluid
De roep klinkt als kluut-kluut. De roep is puur, melodieus en vloeiend. Als de vogels schrikken, is er een schrille en snelle quik quik quik te horen. Kluten reageren op verstoringen bij het nest met hoge piepgeluiden, vooral bij opdringerige meeuwen.
Weetjes
- De kluut is een goede zwemmer.
- Paartjes baltsen opvallend en broeden meestal in kolonies.
- De jongen worden bij kou door een van de ouders opgewarmd. Hierbij gaat de oudervogel door de ‘knieën’ waarna de jongen onder de vleugels kruipen. Het lijkt daardoor wel of er een kluut met vele poten staat.
- Kluten zijn koloniebroeders, ook al bakenen ze een smal foerageer- en broedgebied af. Ze broeden vaak niet alleen met soortgenoten, maar ook met sterns, kleinere meeuwen en andere soorten steltlopers.
Voedsel
Kluten eten allerlei ongewervelden zoals wormen, kreeftachtige en insecten. Ze foerageren zowel door met behulp van gezichtsvermogen prooien op te pikken als door op de tast prooien te vangen door met de punt van de snavel door de bovenste modderlaag te maaien.
Tijdens de broedtijd foerageren kluten meer door roeren en pikken. Uit fecesonderzoek is gebleken dat in de Dollard hierbij veel slijkgarnaaltjes, springstaarten en mosselkreeftjes worden gevangen en ook allerlei insecten en insectenlarven.
Gedrag
Het broeden vindt plaats in kolonies, op zanderige vlaktes en moerassige weilanden gelegen nabij zoet-, zout- of brakwater. De vogel is zeer territoriaal ingesteld, agressief tegen indringers en leeft in groepen.
Het dieet van jonge en oude vogels is sterk afhankelijk van de lokale omstandigheden van het betreffende leefgebied. Het bestaat voornamelijk uit ongewervelde dieren uit het fijne modderige sediment van de kustzone en het ondiepe water, maar af en toe worden ook kleinere vissen gevangen.
Kluten foerageren het liefst in water met een dikke sliblaag, daar maaien ze als het ware, met hun snavel op een kiertje open, doorheen. Zodra er een zeeduizendpoot of andere verticaal in het slib levend diertje tussen de twee delen van de snavel komt klapt deze dicht. Foerageren neemt het grootste deel van de dag in beslag.
Vogeltrek
Kluten die in Nederland broeden, trekken in het najaar weg naar Zuidwest-Europa en Noordwest-Afrika, maar overwinteren steeds vaker in Nederland, in zowel de Delta als het Waddengebied. Tijdens de trek zijn ze sterk kustgebonden, maar worden ze soms ook aangetroffen langs rivieren en meren in het binnenland. Vanaf februari (zachte winters) of maart (koudere winters) keren kluten terug.
Voortplanting
De paarvorming begint tegen het einde van de winter. Veel kluten komen al als paartje aan op de broedplaats. Kort na aankomst in het broedgebied begint de balts, wat meestal een zeer korte groepsbalts is. Hierbij komen drie tot zes, maar soms tot 18 vogels samen op ondiepe plekken in het water. Ze staan meestal in een kring met hun kop naar binnen gekeerd.
Het baltsritueel bestaat vaak uit het opgooien van droog gras, het in het water pikken en het krachtig schudden van de kop en snavel. Het is niet ongebruikelijk dat tijdens deze groepsbalts bedreigende en agressieve uitingen worden getoond, die zelfs tot regelrechte gevechten kunnen leiden.
Parende vogels blijven zo dicht mogelijk bij hun partner en drukken hun verwantschap uit door zich zoveel mogelijk tegen elkaar aan te drukken.
Het nest bestaat uit een kuiltje in de grond op slik, kaal weiland of een akker. Soms is het nest wat opvallender met een echte nestrand van schelpen en grasstengels. Eén broedsel bestaat uit 3-4 zandkleurige of grijsgroene eieren met donkere vlekken. Na het verlies van een legsel kan er nieuw nest gemaakt worden op tientallen kilometers afstand. De eieren worden van half april tot eind juni gelegd. De broedduur bedraagt 23-25 dagen. De jongen zijn nestvlieders en zijn na 35-42 dagen vliegvlug.
Predatie
Predatoren zijn onder andere vossen en bruine ratten.
Bescherming
De kluut is beschermd middels de Wet natuurbescherming (16 december 2015): Paragraaf 3.1. Beschermingsregime soorten Vogelrichtlijn en de Vogelrichtlijn: soort van Bijlage I (artikel 4.1 Vogelrichtlijn).
Rode lijst
OP de Rode Lijst van de IUCN staat de kluut als “Niet bedreigd”.
Bronnen
- Kluut. (2023, april 28). Wikipedia, de vrije encyclopedie. Opgehaald 17:09, mei 20, 2023 van https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Kluut&oldid=64217345
- Vogelbescherming Nederland. 21 mei 2023, https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/kluut
- Seite „Säbelschnäbler“. In: Wikipedia – Die freie Enzyklopädie. Bearbeitungsstand: 27. März 2023, 09:27 UTC. URL: https://de.wikipedia.org/w/index.php?title=S%C3%A4belschn%C3%A4bler&oldid=232225482 (Abgerufen: 21. Mai 2023, 09:27 UTC)
- Kluut Recurvirostra avosetta, 21 mei 2023, Nederlands Soortenregister, https://www.nederlandsesoorten.nl/linnaeus_ng/app/views/species/nsr_taxon.php?id=139234&cat=156
Ontdek meer van Fauna & Flora
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.