Vleeskleurige duinorchis

  • Vleeskleurige duinorchis
  • Vleeskleurige duinorchis
  • Vleeskleurige duinorchis

Beschrijving van de vleeskleurige duinorchis

De vleeskleurige duinorchis (Dactylorhiza incarnata var. lobelii)  groeit in vochtige duinvalleien en wordt soms onderscheiden als een ondersoort van de vleeskleurige orchis (Dactylorhiza incarnata). Men is er nog niet helemaal uit of er onderscheid gemaakt mag worden tussen deze twee, omdat het vaak gaat om standplaats factoren die ervoor zorgen dat de vleeskleurige duinorchis kleiner blijft. 

Voor de beschrijving wordt verder uitgegaan van de vleeskleurige orchis (Dactylorhiza incarnata).

Stengels

De stengel is hol, stijf rechtopstaand, vaak dik, weinig kantig, boven soms zwak purper aangelopen en aan de voet met spitse scheden bezet.

Bladeren

De 3 tot 6 lichtgroene bladeren staan meest stijf rechtop. Ze zijn langwerpig en de grootste breedte zit onder het midden. De bladeren zijn meestal niet gevlekt, spits, maar wel vaak met een kapvormige top. De onderste schutbladen zijn minstens zo lang als de bloemen en vaak gekromd. Vaak staan de bladen in 2 rijen.

Bloemen

De bloemen zijn tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De kleur van bloemen varieert van donkerpaars, roze tot zwak geelachtig-roze (vleeskleurig). Heel soms zijn ze wit.

De aar is meest veel- en tamelijk dichtbloemig, vaak later verlengd en ten slotte cylindrisch. De schutbladen zijn lancetvormig, spits of lang toegespitst, 3-nervig, behalve de bovenste kruidachtig, langer dan het vruchtbeginsel en althans de onderste zijn langer dan de bloemen en altijd langer dan de knoppen. Ze zijn vaak rood of bruin aangelopen. De bovenste bloemdekbladen zijn licht-, zeldzamer donkerpurper, iets vleeskleurig, soms wit.

  • De buitenste bloemdekbladen zijn eirond-lancetvormig, zelden lancetvormig, 3-nervig, soms min of meer donkerder gevlekt of gestreept, de zijdelingse zijn ten slotte teruggeslagen.
  • De zijdelingse binnenste bloemdekbladen zijn korter, uit verbrede voet langwerpig-lancetvormig, 2-3-nervig.
  • De lip is fijn getekend, 5 tot 8 mm lang en ongedeeld of onduidelijk 3-delig (in dat geval zijn de zijlobben bijna ruitvormig of afgerond, de middenlob is smaller en min of meer verlengd). De lip is meest vlak, meest even lang als of iets langer dan breed en aan de rand onregelmatig getand, meestal met een donkerpurperkleurige vlek (bij de witgekleurde exemplaren met lichtrode strepen), De zijlobben zijn teruggeslagen en daardoor lijkt de lip smal. Het honingmerk bestaat uit fijne stipjes en lijntjes, die begrensd worden door een fijne, vaak ononderbroken hartvormige lijn.
  • De kegelvormige spoor is iets korter dan het vruchtbeginsel, rolrond, helt scheef naar beneden en is recht of iets gebogen. Het zuiltje is kort. 2,5-6 dm.

Vruchten

De vrucht is een doosvrucht.

Weetjes

  • De Vleeskleurige orchis ( Dactylorhiza incarnata ) is van andere Dactylorhiza’s te onderscheiden omdat de stengelbladeren waarvan de uiteinden eindigen in een kapje en die altijd ongevlekt zijn, de bloeiaar bereiken en vaak erboven uit komen.
  • Bij deze plant zijn de knollen aan de top handvormig 2 tot 4-lobbig of -delig. 
  • De Vleeskleurige orchis heeft ook bloemen die geel zijn de var. ochroleuca of spierwit de var. ochrantha. De witte vorm komt af en toe voor.
  • De soort is in Nederland vrij zeldzaam in de duinen en zeldzaam in het overige deel van het land. Als gevolg van ontkalking, verdroging en verzuring gaat de vleeskleurige orchis achteruit in Nederland.

Ecologie

Bodem

De vleeskleurige orchis groeit op vochtige tot natte, stikstofarme, matig voedselarme tot matig voedselrijke, basische tot zwak zure, basenrijke, kalkhoudende bodems van zand, leem, zavel, klei en veen. De soort kan slecht tegen zomerse uitdroging van de grond.

Groeiplaats

De vleeskleurige orchis groeit op zonnige tot licht beschaduwde plaatsen. Zij staat in jonge duinvalleien, blauwgraslanden en in hooilanden, in ontziltende graslanden en kalkmoerassen, in trilvenen, verlande moerassen en in rietland, in brakwatervenen en klei- en leemputten, in beekdalen, slenken en in kreken, in schraallanden, heischrale graslanden en in hoogveenafgravingen. Verder in vochtige heiden, veenmosrietlanden en op overgangen van kraggen naar vaster, vaak enigszins kleihoudend veen, op drooggevallen zandplaten, voormalige strandvlakten en op zandstranden, op opgespoten zandvlakten en voormalige kweldergronden, langs de rand van vennen en laagten in heidegebieden.

Bescherming

De vleeskleurige orchis staat op de Rode Lijst Vaatplanten als ‘kwetsbaar’

Etymologie

Dactylorhiza is afgeleid van het Oud-Griekse dactylus (teen of vinger) en rhiza (wortel). Het slaat op de vingervormige wortelknollen. Incarnata betekent “vleeskleurig”.

Bronnen

Dactylorhiza incarnata var. lobelii

Taxonomie

RijkPlanten (Plantae)
OnderrijkLandplanten (Embryophyta)
StamVaatplanten (Tracheophyta)
KlasseZaadplanten (Spermatofyta)
OrdeAsparagales
FamilieOrchideeënfamilie (Orchidaceae)
GeslachtHandekenskruid (Dactylorhiza)
GroepEenzaadlobbigen

Herkenning

Hoogte15-60 cm
BloemkleurDonkerpaars, roze tot zwak geelachtig-roze. Soms wit.
Type vruchtDoosvrucht
Kleur vruchtOnopvallend
GeslachtsverdelingTweeslachtig

Voorkomen in Nederland

StatusRode Lijst: Kwetsbaar
Trend sinds 1950Sterk achteruitgegaan (50-75%)
ZeldzaamheidZeldzame soort
IndigeniteitOorspronkelijk inheems

Verspreiding

NederlandVrij zeldzaam op de Waddeneilanden, zeldzaam in de duinen, in het Deltagebied en in laagveengebieden. Elders zeer zeldzaam. Vroeger ook in Zuid-Limburg
WereldIn West-, Midden- en Noord-Azië en bijna heel Europa
Verspreidingskaart vleeskleurige duinorchisVerspreidingskaart vleeskleurige duinorchis

Ecologie

Biotoopvoorkeur Kalkmoerassen
LevensduurOverblijvend
LevensvormGeofyt
BloeitijdEind mei – begin juni

Ontdek meer van Fauna & Flora

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Scroll naar boven