Beschrijving van de variabele waterjuffer
Leefgebied
Mondiaal
De variabele waterjuffer komt oostelijk tot in Siberië voor. Deze soort komt niet in Afrika voor.
Europa
Deze soort komt in bijna heel Europa voor, maar niet in Portugal en in Midden- en Noord-Scandinavië. In Spanje komt deze juffer sporadisch voor. In de Balkan is hij zeldzaam.
Nederland
De variabele waterjuffer komt in heel Nederland voor, vooral in laagveen- en veenweidegebieden.
Habitat en biotoop
De variabele waterjuffer leeft in voedselrijke, stilstaande wateren met veel water- en oeverplanten, zoals sloten, poelen, plassen en vennen. Bij zwak stromend water leeft hij in de verlandende delen met een rijke oevervegetatie en ondergedoken waterplanten. Ook bij de Grote Rivieren is de soort waargenomen.
De hoogste aantallen komen voor in beschutte, ondiepe sloten en petgaten in laagveenmoerassen.
Herkenning
De variabele waterjuffer heeft een lengte van 34-38 mm en een spanwijdte van 40 tot 50 mm en is erg slank.
De mannetjes hebben een erg slank achterlijf. De hoeveelheid blauw op het achterlijf varieert van bijna zo veel als de azuurwaterjuffer, tot slechts kleine blauwe vlekjes. Op segment 2 staat meestal een Y-vormige figuur, welke met de achterrand van het segment verbonden is. De schouderstrepen zijn meestal onderbroken, in de vorm van een uitroepteken.
De vrouwtjes zijn zeer variabel van kleur. Ze hebben vaak vrij veel blauw op het achterlijf, terwijl de lichte delen op het borststuk meestal groenachtig zijn. Hiertegenover zijn er groene vrouwtjes met een geheel donkere achterlijfsrug.
Het beste kenmerk is de vorm van het halsschild. Deze is zowel bij mannetjes als vrouwtjes identiek. De achterrand is M-vormig, waardoor drie ongeveer even grote lobben ontstaan.
Larve
De larven zijn 17 tot 20 mm lang waarvan de achterlijfaanhangsels 5 tot 6 mm lang zijn. Ze zijn vrij klein met relatief lange procten en hebben vaak een donkere band op de nodaallijn. Meestal zijn de buikplaten (sternieten) op de eerste drie segmenten van het achterlijf en de achterste buikplaat van de borst (poststernem) donker en gevlekt.
Voedsel
De imago’s van de variabele waterjuffer eten voornamelijk kleine vliegende insecten zoals muggen, vliegen en andere kleine insecten. Het zijn behendige jagers en ze gebruiken hun scherpe zicht en vliegsnelheid om hun prooi te vangen.
De larven eten kleine waterorganismen zoals watervlooien, muggenlarven en andere kleine ongewervelden. Ze gebruiken hun scherpe kaken om hun prooi te vangen.
Weetjes
- De tekening van de variabele waterjuffer is, zoals de naam al zegt, variabel.
- De variabele waterjuffer is in Europa veel zeldzamer dan de azuurwaterjuffer.
Gedrag
Ze zijn te vinden zijn in diepere, stilstaande wateren met drijvende vegetatie. Ze zonnen in de ochtenduren met de vleugels licht gespreid, maar verblijven verder meestal in de oevervegetatie.
De paring vindt plaats tijdens de vlucht of op bladeren en andere delen van planten.
Mobiliteit
De mobiliteit van de variabele waterjuffer is beperkt. Slechts af en toe worden zwervers aangetroffen op grotere afstanden van geschikte voortplantingshabitats.
Vliegtijd
De vliegtijd loopt van eind april tot begin september. De hoogste dichtheden zijn in de eerste helft van juni te zien.
Levenscyclus
Eitjes
Bij het eitjes leggen prikt het vrouwtje deze met haar legboor in ondergedompelde delen van waterplanten, waarbij ze zelf soms ook onder water gaat. De ontwikkeling van de eitjes tot larven duurt, afhankelijk van de temperatuur en mogelijke andere omgevingsfactoren, enkele weken.
Larven
De larven blijven in de vegetatie en overwinteren één keer. Hierbij ondergaan ze meerdere vervellingen. Het uitsluipen vindt in mei en juni plaats. Larvenhuidjes zijn vaak te vinden tot enkele decimeters hoog op planten in de oever of op emerse vegetatie.
Predatie
Predatoren van de imago’s zijn vogels, spinnen en andere insectenetende dieren zoals vleermuizen en andere libellen.
Op de larven wordt gejaagd door andere waterinsecten, vissen en amfibieën zoals kikkervisjes en sommige salamandersoorten.
Bedreiging
De belangrijkste bedreigingen van de variabele waterjuffer zijn verlies van leefgebied door het dichtgroeien van wateren met bijvoorbeeld riet en kroos, het droogleggen van wateren door menselijke activiteiten of droogte, en vervuiling van het water.
Klimaatverandering, zoals het stijgen van de temperatuur, kan de ontwikkeling van de larven beïnvloeden. Extreem weer in de vorm van droogte of hevige regenval kan de leefomgeving van de variabele waterjuffer negatief beïnvloeden.
Ook de versnippering van leefgebieden door het aanleggen van wegen, kanalen en andere infrastructuur kan er voor zorgen dat het voor de juffers moeilijker is om zich te verspreiden.
Bescherming
De variabele waterjuffer wordt in veel landen beschermd door Natuurbeschermingswetgeving.
In de Europese Unie is de Habitatrichtlijn van belang. Deze richtlijn heeft als doel het behoud van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna in Europa.
Bronnen
- Variabele waterjuffer. (2024, juli 6). Wikipedia, de vrije encyclopedie. Opgehaald 17:49, november 3, 2024 van https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Variabele_waterjuffer&oldid=67780057.
- Vlinderstichting, 2025 De Vlinderstichting | Libel: variabele waterjuffer / Coenagrion pulchellum Geraadpleegd op 3 november 2024
- NDFF Verspreidingsatlas Libellen, 3 november 2024, NDFF Verspreidingsatlas | Coenagrion pulchellum – Variabele waterjuffer
- Seite „Fledermaus-Azurjungfer“. In: Wikipedia – Die freie Enzyklopädie. Bearbeitungsstand: 14. Juni 2024, 15:16 UTC. URL: https://de.wikipedia.org/w/index.php?title=Fledermaus-Azurjungfer&oldid=245908343 (Abgerufen: 3. November 2024, 17:49 UTC)
- Wikipedia contributors. (2023, October 16). Variable damselfly. In Wikipedia, The Free Encyclopedia. Retrieved 17:50, November 3, 2024, from https://en.wikipedia.org/w/index.php?title=Variable_damselfly&oldid=1180398192
Coenagrion pulchellum | |
Taxonomie | |
---|---|
Rijk | Animalia (Dieren) |
Stam | Arthropoda (Geleedpotigen) |
Klasse | Insecta (Insecten) |
Orde | Odonata (Libellen) |
Familie | Coenagrionidae (Waterjuffers) |
Geslacht | Coenagrion (Waterjuffers) |
Synoniemen | |
Kenmerken | |
Lengte | 34-38 mm |
Spanwijdte | 40-50 mm |
Vliegperiode | Eind april-begin september |
Grootte larve | 17-20 mm |
Voortplanting | |
Aantal eitjes | Honderden |
Grootte eitjes | 0,5 mm |
Ontwikkeling eitjes | Enkele weken |
Ontwikkeling larven | Een tot twee jaar |
Vervellingen larven | 5-15 |
Uitsluipen | Mei-juni |
Voorkomen in Nederland | |
Status | Oorspronkelijke |
Zeldzaamheid | Zeer algemeen |
Bescherming | Wet natuurbescherming |
![]() Verspreidingskaart Variabele waterjuffer | |
Verspreiding | |
Nederland | Heel Nederland |
Europa | Bijna heel Europa. Niet in Portugal en in Midden- en Noord-Scandinavië. |
Wereld | Oostelijk tot in Siberië. Niet in Afrika. |
Biotoopvoorkeur | Voedselrijke, stilstaande wateren met veel water- en oeverplanten. |
Ontdek meer van Fauna & Flora
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.