• Sperwer
  • Sperwer
  • sperwer juveniel
  • sperwer juveniel

Leefgebied van de sperwer

Het leefgebied van de sperwer bestrijkt grote delen van het Palearctische gebied, van de Canarische Eilanden en Ierland tot het Russische schiereiland Kamtsjatka en Japan. Hier leeft hij voornamelijk in de Boreale naaldbossen.

In Europa komen ze overal voor, met uitzondering van IJsland en het uiterste noorden van Scandinavië en Rusland.

Vogeltrek

Nederlandse broedvogels zijn voornamelijk standvogel. Sperwers in een groot deel van broedgebied in Fenno-Scandinavië en Noord-Rusland trekken ’s winters naar West- en Zuidwest-Europa en ook wel Noord-Afrika. De trek vindt plaats van augustus tot in november. De terugtrek vindt vooral plaats in maart en april. Ze trekken overdag, het liefst bij wind mee en thermiek, maar ze zijn daar niet van afhankelijk.

Habitat

De verspreiding is in het grootste deel van het leefgebied beperkt tot naaldbossen, het liefst in halfopen landschappen. Alleen in Midden- en West-Europa en in het westelijke Middellandse Zeegebied komen ze ook voor in loofbossen in gematigde zones en in de mediterrane sclerofylbossen mits andere vertegenwoordigers van het geslacht Accipiter daar ontbreken.

De afgelopen decennia heeft deze roofvogelsoort ook een sterke neiging tot verstedelijking getoond en leeft nu tevens in parken, op begraafplaatsen en in soortgelijke groene plekken in veel Europese steden.

Herkenning

De sperwer is een kleine roofvogel met korte, brede vleugels en een lange staart, beide aanpassingen aan het manoeuvreren door bomen.

Volwassen mannetjes hebben een blauwgrijze bovenzijde en een oranje gestreepte onderkant; vrouwtjes en juvenielen zijn bruin van boven en bruin van onderen. Het vrouwtje is tot 25% groter dan het mannetje – een van de grootste verschillen in grootte tussen de geslachten bij alle vogelsoorten. Hoewel het een roofdier is dat gespecialiseerd is in het vangen van bosvogels, is de sperwer in elk leefgebied te vinden en jaagt hij vaak op tuinvogels in dorpen en steden. Mannetjes hebben de neiging kleinere vogels te vangen, waaronder mezen, vinken en mussen. Vrouwtjes vangen voornamelijk lijsters en spreeuwen, maar kunnen vogels doden die 500 gram of meer wegen.

Een volwassen mannetje is 29-34 cm lang met een spanwijdte van 59-64 cm en een gewicht van 110-196 gram. Hij heeft een leigrijze bovenzijde (soms neigend naar blauwachtig), met een rood gebande onderzijde, die er van een afstand effen oranje uit kan zien. De irissen zijn oranjegeel of oranjerood.

Het vrouwtje is veel groter met een lengte van 35-41 cm, een spanwijdte van 67-80 cm en een gewicht van 185-342 gram. Ze heeft een donkerbruine of grijsbruine bovenzijde, een bruin gebande buik en heldergele tot oranje irissen.

Een juveniel is van boven warmbruin, met roestige randen aan de bovenzijde; en grof geband of bruin gevlekt van onderen, met lichtgele ogen. De keel heeft donkere strepen en mist een mesiale (middellijn) streep.

De lichte buik en de donkere bovenzijde van de sperwer zijn een voorbeeld van omgekeerde schaduwwerking wat dient als camouflage. Omgekeerde schaduwwerking komt voor bij roofvogels die op vogels en andere snel bewegende dieren jagen.

De horizontale bandering van volwassen sperwers is typerend voor roofvogels die in het bos leven, terwijl de blauwachtige kleur van het volwassen mannetje ook wordt gezien bij andere vogeletende roofvogels, waaronder de slechtvalk, de smelleken en andere havikachtigen.

De kleine snavel van de sperwer wordt gebruikt voor het plukken van veren en het uit elkaar trekken van prooien. De lange poten en tenen zijn een aanpassing voor het vangen en eten van vogels. De buitenste teen is redelijk lang en dun; de binnenteen en de achterste teen zijn relatief kort en dik. De middelste teen is erg lang en kan worden gebruikt om voorwerpen vast te pakken, terwijl een uitsteeksel aan de onderkant van de teen betekent dat de vinger kan worden gesloten zonder een opening achter te laten, wat helpt bij het vastgrijpen.

Ondersoorten

Momenteel worden zes ondersoorten erkend waarvan vier slechts zeer kleine leefgebieden hebben:

  • A. n. nisus. Deze nominaatvorm komt in bijna heel Europa voor, van Ierland tot de Oeral en verder naar het oosten tot Midden- en Oost-Siberië.
  • A. n. nisosimilis. Komt voor Centraal- en Oost-Siberië. Deze ondersoort is lichter van kleur en groter dan de nominaatvorm.
  • A. n. melaschistos. Leeft in de bergen in het zuiden van Centraal-Azië, westelijk tot Kasjmir. Ze zijn donkerder, aan de onderkant intenser gemarkeerd en aanzienlijk groter dan de nominaatvorm.
  • A. n. Granti. Komt voor op Madeira en de Canarische Eilanden. Ze zijn donkerder en aanzienlijk kleiner dan de nominaatvorm.
  • A. n. punicus. Leeft in Noord-Afrika, in de Maghreb tot zuidelijk de Hoge Atlas en de Sahara-Atlas. Deze ondersoort is iets lichter van kleur en groter dan de nominaatvorm.
  • A. n. wolterstorffi. Leeft op Corsica en Sardinië. Ze hebben aan de onderzijde nog donkerder en dichtere banden dan A. n. Granti en zijn net zo klein.

Geluid

Op de broedplaats maken ze kekkerende geluiden en laten ze ook een hoge, schrille roep horen.

Weetjes

  • In het Oudhoogduits heette de vogel Sparwâri en dat is afgeleid van sparo (Sperling = Mus) en aro (Arend), in het Middelnederlands werd dat Sparwari. In het Engels is de naam een vergelijkbare samenstelling Sparrowhawk (mushavik), dus roofvogel (arend, havik) die op mussen jaagt.
  • In Nederland bestaat ook de bijnaam Mussenarend.
  • De sperwer heeft korte, brede vleugels en een lange staart, beide aanpassingen aan het manoeuvreren door bomen.

Gedrag

Tijdens het broedseizoen vertonen sperwers territoriaal gedrag en kunnen ze agressief reageren naar soortgenoten die hun gebied betreden. Ze verdedigen ook krachtig hun nest tegen predatoren. Buiten het broedseizoen leven sperwers meer solitair en zijn ze minder agressief naar elkaar toe.

Ze zijn extreem wendbaar tijdens de jacht. Ze kunnen de vliegrichting in een hoek van bijna 90° veranderen en bijna ter plekke in de lucht 180° draaien.

Jacht

De sperwer is een belangrijk predator van kleinere bosvogels, hoewel slechts 10% van de jachtaanvallen succesvol is. Hij jaagt met een verrassingsaanval, waarbij hij gebruik maakt van heggen, bomen, bosjes, boomgaarden en andere dekking in de buurt van bosgebieden. De keuze van de habitat wordt bepaald door deze vereisten. Hij maakt ook gebruik van tuinen in de bebouwde kom en profiteert van de daar aanwezige prooien.

Hij wacht verscholen tot er vogels in de buurt komen, komt dan uit zijn dekking en vliegt snel en laag weg. Bij een achtervolging kan de sperwer zich ondersteboven draaien om het slachtoffer van onderaf te grijpen. Hij kan de prooi ook lopend door de vegetatie achtervolgen.

Mannetjes doden regelmatig vogels met een gewicht tot 40 gram en soms tot 120 gram of meer. Vrouwtjes kunnen prooien tot 500 gram of meer pakken.

Voedsel

Mannetjes vangen voornamelijk mezen, vinken, mussen en gorzen. Vrouwtjes vangen vaak lijsters en spreeuwen. Er zijn meer dan 120 vogelsoorten geregistreerd als prooi en individuele sperwers kunnen zich specialiseren in bepaalde prooien.

De prooien zijn meestal volwassenen of jonge vogels, hoewel soms een nestkuikens of aas wordt gegeten. Soms worden kleine zoogdieren, waaronder muizen, vleermuizen, veldmuizen, eekhoorns, spitsmuizen en jonge konijnen gevangen, maar ze eten slechts zelden insecten.

Voortplanting

Na 1 tot 3 jaar, maar meestal rond een leeftijd van 12 maanden, zijn ze geslachtsrijp. De meeste sperwers blijven één broedseizoen in hetzelfde gebied, terwijl anderen er wel acht jaar blijven. Een verandering van partner is meestal de reden voor de keuze van een nieuw territorium. Oudere vogels blijven meestal in hetzelfde territorium. Mislukte broedpogingen maken een verandering van territorium waarschijnlijker. Vogels die in hetzelfde territoria blijven, hebben een hoger broedsucces, hoewel dit gedurende de jaren niet toeneemt. Vrouwtjes die verhuizen, hebben het jaar daarna meer succes.

Paring

Tijdens het broedseizoen zijn sperwers monogaam. In zeldzame gevallen komt bigamie voor.

De afbakening van het territorium en de paarvorming zijn erg onopvallend. Het territoriaal gedrag ten opzichte van binnendringende vogels bestaat vooral uit een “expressieve vlucht”: de vogel vliegt laag boven de broedplaats met langzame en krachtige vleugelslagen. Bij grotere opwinding wordt deze expressieve vlucht af en toe aangevuld met een golfachtige vlucht.

Tijdens de balts cirkelen beide partners over de broedplaats en duiken ze vervolgens na elkaar naar beneden om in de broedplaats te landen.

Het belangrijkste element van balts en de paarvorming is het regelmatige geven van prooien van het mannetje aan het vrouwtje. Beide partners schreeuwen zachtjes. Het geven van voedsel vindt plaats op een overdrachtspunt of in de lucht.

Mannetjes vermijden zoveel mogelijk direct contact met het veel grotere vrouwtje en verlaten het overdrachtspunt meestal onmiddellijk voordat het vrouwtje daar op de prooi landt.

Nest

De sperwer broedt in goed begroeide, uitgestrekte bosgebieden, vaak naald- of gemengd, en geeft de voorkeur aan bossen met een structuur die niet te dicht en niet te open is, zodat er keuze is uit meerdere vliegroutes. In Midden-Europa begint de nestbouw op zijn vroegst half maart, maar meestal pas begin april.

Het nest wordt gebouwd in de vork van een boom, vaak dicht bij de stam waar twee of drie takken beginnen, op een horizontale tak in het onderste bladerdak, of in de top van een hoge struik. Indien beschikbaar hebben coniferen de voorkeur.

Elk jaar wordt er een nieuw nest gebouwd, meestal in de buurt van het nest van het voorgaande jaar, soms met een oud houtduivennest als basis. Het mannetje doet het meeste werk. De structuur, gemaakt van losse twijgen tot 60 cm lang, heeft een gemiddelde diameter van 60 cm. Wanneer de eieren worden gelegd, wordt een laagje fijne twijgen of schorsresten toegevoegd.

Tijdens het broedseizoen verliest het mannetje gewicht omdat hij zijn vrouwtje en de jongen, die groter worden en steeds meer voedsel nodig hebben, van voedsel voorziet. Het gewicht van het volwassen vrouwtje is het hoogst in mei, wanneer ze eieren legt, en het laagst in augustus, nadat de broedcyclus is voltooid. Een onderzoek suggereerde dat het aantal eieren en het daaropvolgende broedsucces afhankelijk is van het feit of het vrouwtje een hoog gewicht behoudt, wanneer het mannetje haar van voedsel voorziet.

Eieren

In Midden-Europa begint de leg op zijn vroegst half april, meestal begin mei. De eieren zijn lichtblauw met bruine vlekken en zijn 35-46 mm x 28-35 mm groot en wegen ongeveer 22,5 gram. Meestal wordt er een legsel van vier of vijf eieren gelegd. De eieren worden over het algemeen ’s ochtends gelegd met een tussenpoos van 2 à 3 dagen tussen elk ei. Als een legsel verloren gaat, kunnen er maximaal twee extra eieren worden gelegd die kleiner zijn dan de eerdere eieren.

Broeden

De broedperiode bedraagt 33 tot 35 dagen. Tijdens deze periode voorziet het mannetje het vrouwtje van eten. Het vrouwtje broedt vrijwel uitsluitend en is gedurende deze tijd in de rui.

Jongen

De donzige kuikens zijn nestblijvers. Na het uitkomen verzorgt en voedt het vrouwtje de kuikens gedurende de eerste 8-14 dagen van hun leven en bij slecht weer ook daarna. Het mannetje brengt tot zes prooien per dag in de eerste week, oplopend tot acht per dag in de derde en tot tien prooien per dag in de laatste week. Tegen die tijd gaat het vrouwtje ook jagen.

24-28 dagen na het uitkomen gaan de jonge vogels op takken in de buurt van het nest zitten en maken ze hun eerste vlucht. Ze worden nog eens 28-30 dagen door hun ouders gevoerd, waarbij ze dicht bij het nest blijven, terwijl ze groeien en oefenen met vliegen. In dit stadium zijn ze extreem vocaal, en hun kreten zijn vaak op aanzienlijke afstand te horen.

De jonge sperwers verspreiden zich nadat hun ouders zijn gestopt met voeren. Hoewel ze dezelfde hoeveelheid voedsel krijgen, worden mannelijke kuikens, die ongeveer de helft zo groot zijn als de vrouwtjes, sneller volwassen en verlaten ze het nest eerder.

Predatie

Natuurlijke predatoren van sperwers zijn onder meer kerkuilen, bosuilen, haviken, slechtvalken, steenarenden, oehoe’s, rode vossen, steenmarters en boommarters.

Bedreiging

De sperwer is in Nederland en Vlaanderen geen zeldzame vogel meer. Tussen 1965-1970 was het nog een uiterst schaarse broedvogel van bosgebieden op de zandgronden. Daarna volgde een geleidelijk herstel. In de oorspronkelijke broedgebieden nam het aantal toe en er volgde een uitbreiding van het broedareaal naar de laaggelegen gebieden in Nederland en Vlaanderen. In Nederland broedt de sperwer nu zelfs al in grote steden.

De sperwer is in Europa niet bedreigd, maar de aantallen nemen in veel landen wel af. Dit komt vermoedelijk vooral doordat de vogelrijkdom van kleinschalige landbouwgebieden afneemt.

Bescherming

De sperwer is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn sperwers beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de sperwer wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.

Bronnen

Accipiter nisus

Taxonomie

RijkAnimalia (Dieren)
StamChordata (Chordadieren)
KlasseAves (Vogels)
OrdeAccipitriformes
FamilieAccipitridae (Havikachtigen)
GeslachtAccipiter nisus

Kenmerken

Grootte♂: 29-34 cm; ♀: 35-41 cm
KleurBlauwgrijze bovenzijde en oranje gestreepte onderkant
Gewicht♂: 110-196 gram; ♀: 185-342 gram
Vleugelspanwijdte♂: 59-64 cm; ♀: 67-80 cm
Groep/solitairSolitair
VoedingMezen, vinken, mussen en gorzen. Vrouwtjes vangen vaak lijsters en spreeuwen

Voortplanting

BroedintervalJaarlijks
BroedperiodeEind april-juni
Aantal eieren4-5 eieren
Plaats nestIn een vork van een boom, op een horizontale tak in het onderste bladerdak, of in de top van een hoge struik.
Grootte eieren35-46 mm x 28-35 mm
Broedtijd33-35 dagen
Aantal legselsEén legsel
Uitvliegen26-30 dagen
Geslachtsrijp1-3 jaar
Levensduur

Voorkomen in Nederland

StatusNiet bedreigd
Aantal broedparen2250-2700 (in 2018-2020)
Aantal overwinteraars10.000-15.000 (in 2013-2015)
Doortrekkers2000-10.000 (in 2008-2012)
BeschermingEuropese Vogelrichtlijn
Rode lijst
 Verspreiding sperwerSovon Vogelonderzoek Nederland

Voorkomen wereldwijd

Sperwer
Author: SanoAK: Alexander Kürthy,
license: CC BY-SA 3.0 DEED

Ontdek meer van Fauna & Flora

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Scroll naar boven