Bruine kiekendief

  • Bruine kiekendief
  • Bruine kiekendief
  • Bruine kiekendief
  • Bruine kiekendief

Leefgebied van de bruine kiekendief

De bruine kiekendief komt voor in Noord-Afrika, Europa en Azië. De belangrijkste verspreidingsgebieden bevinden zich in de laaglanden van Rusland en Noord- en Midden-Europa. Op de Britse Eilanden is de verspreiding vrijwel beperkt tot het uiterste zuidwesten.

Vogeltrek

De bruine kiekendief migreert zowel over korte als lange afstanden. Winterverblijven zijn onder meer te vinden in Zuidwest-Europa en het Middellandse Zeegebied, Roemenië, het zuiden van Oekraïne, India, Sri Lanka en Sumatra. In Afrika overwintert hij deels ten zuiden van de Sahara en kan tijdens de wintermaanden ook worden waargenomen in het noorden van Angola, het Congobekken, Tanzania, Zambia en Zimbabwe. Er zijn geen overwinterende bruine kiekendieven in Midden-Europa, behalve kleine aantallen in Zuidwest-Nederland.

De najaarstrek vindt plaats in de periode augustus-september met een uitloop tot in oktober. In de periode van maart tot in mei vindt de voorjaarstrek plaats en verlaten bruine kiekendieven hun overwinteringsgebieden weer. Sommige jonge vogels keren nog later terug.

Habitat

De bruine kiekendief is vooral een broedvogel van de laagvlaktes, delta’s, moerasgebieden en uitgestrekte rietvelden. De levensstijl van de bruine kiekendief is nauwer verbonden met riet en rietkragen dan andere kiekendieven. De afgelopen decennia is echter ook het broeden op boerenland zoals op graan- en koolzaadvelden toegenomen. De bruine kiekendief broedt het liefst in uitgestrekt rietland, maar ook in slootjes met riet en regelmatig in akkers.

Hij jaagt het liefst over de rietgordel en de aangrenzende verzandingszones. Maar hij jaagt ook in duinen en weilanden. Tijdens het migreren rust de bruine kiekendief meestal in wetlands. Maar ook op landbouwgronden is hij regelmatig te zien.

Herkenning

Met een lengte van 48 tot 62 cm is de bruine kiekendief bijna net zo groot als een buizerd, maar duidelijk slanker en voorzien van smallere vleugels. De spanwijdte bedraagt ​​115 tot 130 cm. Mannetjes wegen 400 tot 650 gram en vrouwtjes 550 tot 800 gram.

Het verenkleed van het mannetje is meestal roestbruin met lichtere geelachtige strepen, die vooral op de borst prominent aanwezig zijn. De kop en schouders zijn meestal lichtgeel. De staartpennen en de secundaire en tertiaire slagpennen zijn zuiver grijs, waarbij de laatste contrasteren met de bruine voorvleugel en de zwarte primaire slagpennen aan de vleugelpunten. De boven- en onderkant van de vleugel lijken op elkaar, hoewel het bruin lichter is aan de onderkant van de vleugel. De poten, voeten en irissen zijn geel.

Het grotere en zwaardere vrouwtje heeft voornamelijk donkerbruine veren en een lichtgele kop. De bovenkant van de kop, de keel en de schouders hebben een opvallend lichtere geelachtige kleur wat duidelijk afgebakend en zeer contrasterend kan zijn. Maar het ooggebied van het vrouwtje is altijd donkerder, waardoor het lichte oog opvalt.

Jonge exemplaren lijken op vrouwtjes, maar hebben meestal minder geel, vooral op de schouders.

De bruine kiekendief is sterker en heeft bredere vleugels dan andere kiekendieven. Bij het zweven houdt hij, net zoals alle kiekendieven, zijn vleugels in een V-vorm omhoog.

Ondersoorten

Er zijn twee ondersoorten:

  • C. a. aeruginosus. Deze ondersoort broedt in Europa en het Midden-Oosten tot Centraal-Azië, Zuid-Europa, Afrika, Zuid-Azië en overwintert in Zuid-Europa, Afrika en Zuid-Azië.
  • Caharterti. Deze ondersoort is een standvogel in Noordwest-Afrika.

Geluid

Mannetjes laten tijdens een hoge baltsvlucht een hoog “hie-è” horen, vrouwtjes een hoger “hie-je“. De alarmroep is kekkerend. Jongen bedelen met een hoge “hieee….

Weetjes

  • Bruine kiekendieven zijn zomervogels, maar overwinteren ook in kleine aantallen in Zuidwest-Nederland.
  • De bruine kiekendief jaagt op kenmerkende wijze laag zwevend en rustig flappend.
  • De nestplaats wordt door sommige paartjes hergebruikt.

Gedrag

De bruine kiekendief wordt in Nederland gemiddeld 5 jaar oud. Vogels die het eerste jaar overleven, hebben een grotere kans om langer te leven. In het wild kunnen ze dan wel 17 jaar oud worden.

Jacht

Bruine kiekendieven jagen op een kenmerkende manier. Ze jagen laag zwevend en rustig flappend, schommelend, regelmatig biddend en draaiend, waarna ze zich op een prooi storten. Ze grijpen de prooi meestal dicht bij de grond, zelden op het water of in de lucht.

Voedsel

De prooi bestaat voor 70-80% uit zangvogels en (voornamelijk jonge) watervogels zoals eenden, waterhoentjes en meerkoeten. Tijdens het broedseizoen eet hij voornamelijk kuikens en nestvogels en ook eieren. Als het aanbod voldoende is, kan het grootste deel van het dieet ook bestaan ​​uit veldmuizen, bruine ratten, grondeekhoorns, jonge konijnen en hazen en muskusratten. Daarnaast maken ook vissen, kikkers, hagedissen en grote insecten in kleine mate deel uit van het voedsel. De bruine kiekendief eet ook aas en jaagt af en toe op andere vogels.

Voortplanting

Balts

Vanaf maart/april kan de indrukwekkende acrobatische baltsvlucht van het mannetje worden waargenomen. Deze bestaat uit schijnaanvallen op het vrouwtje, duikvluchten en plotselinge zijwaartse bewegingen gevolgd door een duikvlucht en dient om de band tussen de partners te versterken.

Nest

Het nest wordt meestal gebouwd in dichte rietvelden boven het water of tussen moerasplanten direct op de grond. Soms wordt het nest gebouwd in een graanveld maar zelden in een weiland.

Het bestaat uit een grote stapel stokken, oud riet en soortgelijk materiaal en is groter dan dat van andere kiekendieven. Het nest wordt vrijwel uitsluitend alleen door het vrouwtje gebouwd.

Eieren

De broedperiode loopt van april-mei tot in juni. Bruine kiekendieven brengen slechts één legsel per jaar groot. Meestal bestaat een legsel uit vier tot vijf eieren. Zeer grote legsels kunnen ook uit acht eieren bestaan. De eieren hebben een gladde doffe schaal. De eierschaal is blauwwit van kleur en verandert tijdens het broedseizoen vaak van kleur vanwege het nestmateriaal.

Broeden

Alleen het vrouwtje broedt en wordt gedurende deze tijd door het mannetje gevoed. De incubatietijd bedraagt ​​31 tot 38 dagen en begint bij het leggen van het eerste ei.

Jongen

Gedurende de eerste 7 tot 10 dagen worden de nestelingen intensief door het vrouwtje verzorgd. Gedurende deze tijd brengt het mannetje voedsel naar het nest.

De jongen zijn vliegvlug na 35-40 dagen, maar worden nog wekenlang gevoerd. Naarmate de jongen ouder worden, gaan beide oudervogels op jacht naar voedsel. De jongen zijn na 21 tot 28 dagen volledig bevederd en kunnen vliegen vanaf hun 35e tot 40e levensdag. De eerste veertien dagen daarna blijven ze nog in de buurt van het nest. Het duurt meestal 2 tot 3 weken tot ze volledig zelfstandig zijn.

Ze zijn geslachtsrijp na ongeveer één jaar, maar beginnen pas te broeden in het tweede of derde jaar.

Predatie

Predatoren van de bruine kiekendief zijn o.a. vossen en kraaien.

Bedreiging

Omdat de algehele trend niet negatief is, wordt de bruine kiekendief door BirdLife International niet als bedreigd beschouwd. In Mediterrane landen heeft de soort te lijden van verdroging van de broedgebieden. In Frankrijk is vergiftiging door lood van hagel een probleem. Ze krijgen dit binnen via de lichamen van dode watervogels. In Oost-Europa worden nog steeds wetlands drooggelegd.

Klimaatverandering zal zorgen voor een verandering van de verspreiding. Zuid- en Zuidwest-Europa zullen door verdroging grotendeels ongeschikt worden als broedgebied. Tevens zijn vogels kwetsbaar voor windmolenparken. Windmolens hebben al veel vogels het leven gekost.

Bescherming

De bruine kiekendief staat op de Oranje lijst van Nederlandse broedvogels. Als een soort op de Rode lijst verschijnt, samengesteld door de Nederlandse overheid, is er al sprake van een flinke bedreiging. Mede daarom heeft Vogelbescherming ook een Oranje lijst laten opstellen, zodat je kan ingrijpen om te voorkomen dat een vogel op de Rode lijst terechtkomt.

Bronnen

Circus aeruginosus

Taxonomie

RijkAnimalia (Dieren)
StamChordata (Chordadieren)
KlasseAves (Vogels)
OrdeAccipitriformes
FamilieAccipitridae (Havikachtigen)
GeslachtCircus (Kiekendieven)

Kenmerken

Grootte48-62 cm
KleurRoestbruin
Gewicht♂: 400-650 gram; ♀: 550-800 gram
Vleugelspanwijdte115-130 cm
Groep/solitairSolitair
VoedingZangvogels, eieren, kleine zoogdieren

Voortplanting

BroedintervalJaarlijks
BroedperiodeApril-mei tot in juni
Aantal eieren4-5 eieren
Plaats nestDichte rietvelden boven water of tussen moerasplanten op de grond
Grootte eieren92,4 x 69,7 mm
Broedtijd31-38 dagen
Aantal legselsEén legsel
Uitvliegen34-40 dagen
GeslachtsrijpOngeveer één jaar
LevensduurGemiddeld 5 jaa, max. 17 jaar

Voorkomen in Nederland

Verspreiding bruine kiekendief (2013-2015)Sovon Vogelonderzoek Nederland
StatusNiet bedreigd
Aantal broedparen800-1100 (in 2018-2020)
Aantal overwinteraars100-200 (in 2013-2015)
Doortrekkers500-2000 (in 2008-2012)
BeschermingBeschermde inheemse vogelsoort
Rode lijstOranje lijst

Voorkomen wereldwijd

Bruine kiekendief

Author: SanoAK: Alexander Kürthy,
License: CC BY-SA 3.0 DEED

■ Broedgebied-zomer (lichtgroen)
■ Permanent leefgebied (donkergroen)
 Niet-broedgebied (blauw)
Seizoensgebondenheid onzeker (roze)


Ontdek meer van Fauna & Flora

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Scroll naar boven