• Kuifeend man
  • Kuifeend man
  • Kuifeend vrouw
  • Kuifeend vrouw

Leefgebied van de kuifeend

De kuifeend (Aythya fuligula) behoort tot de familie van de eendachtigen (Anatidae). Ze broeden in het gehele Palearctisch gebied in boreale, gematigde en steppezones. In Europa strekt het broedgebied zich uit van Noord-Noorwegen tot ongeveer halverwege Frankrijk. Ze zijn af en toe als wintergast langs beide kusten van de Verenigde Staten en Canada te vinden. Er is één exemplaar gespot in Melbourne, in Australië. In de winter vormen ze grote groepen op open water.

Nederland

In Nederland komen kuifeenden veel voor in weidegebieden met sloten en vaarten.

Habitat

Eutrofe wateren van 3-5 meter diep hebben de voorkeur, met eilanden om op te broeden en voldoende vegetatie voor beschutting. De kuifeend komt veel voor op grote zoetwatermeren, reservoirs, vijvers en rustige, langzaam stromende rivieren. 

Herkenning

Kuifeenden hebben een lichaamslengte tussen de 40 en 47 centimeter. Met hun zwart-witte verenpak en hun kuif zijn de mannetjes van de kuifeend onmiskenbaar. 

Een volwassen mannetje is, afgezien van de witte flanken, een blauwgrijze snavel en goudgele ogen helemaal zwart. Op de achterkant van de kop heeft hij een smalle kuif. Aan deze pluim heeft hij zijn naam te danken.

Een volwassen vrouwtje heeft betere camouflage nodig voor het broeden en is bruin met lichtbruine flanken en kan gemakkelijk verward worden met andere duikeenden. Sommige exemplaren hebben een witte plek bij de basis van de snavel waardoor ze op een topper lijken. Het verenkleed van juveniele is lichter en bruiner dan dat van de volwassen vrouwtjes.

De enige eenden die er op lijken, zijn de topper en de kleine topper, maar deze soorten hebben geen kuifje en hebben een andere roep.

Kuikens

De kuikens van kuifeenden hebben een erg donker, meestal zwartbruin, donzig verenkleed. Alleen op het midden van de borst en het midden van de buik zijn er enkele witgele tot groengele plekken te zien. De zijkanten van kop zijn geelachtig. Door het oog loopt een donkere oogstreep. Bij sommige kuikens hebben de kin, keel en zijkanten van de nek dezelfde kleur als de kop.

Bij pas uitgekomen kuikens is de iris grijsblauw. Bovendien is hun bovensnavel donker olijfbruin met een donker uitsteeksel, wat op een eitand duidt. De ondersnavel is vleeskleurig. De poten en voeten zijn olijfgrijs. De zwemvliezen zijn daarentegen donkerder. De snavel van opgroeiende jonge kuifeenden wordt blauwgrijs.

Geluid

Vrouwtjes laten, vaak tijdens de vlucht, een hard, grommend “karr” roep horen. De mannetjes zijn meestal stil, maar tijdens de balts maken ze maken fluitend “wit-oo” geluid.

Weetjes

  • In tegenstelling tot de wilde eend duiken kuifeenden naar hun voedsel.
  • Tijdens het duiken kan een kuifeend 15 seconden onder water blijven.
  • Ze hebben opvallende goudgele ogen.

Voedsel

Kuifeenden zijn omnivoor. Ze eten voornamelijk schelpdieren zoals zoetwatermosselen, maar ook kreeftachtigen en andere waterdieren die tussen de waterplanten leven, staan op het menu. Ook waterplanten, zaden en granen worden gegeten. Ze duiken naar voedsel.

Gedrag

Op de diepere wateren dobberen de kuifeenden graag rond, maar zeker in de winter zijn ze ook in het stedelijk gebied terug vinden. Kuifeenden eten waterdieren die tussen de waterplanten leven. Ook de planten zelf worden gegeten.

Vogeltrek

Nederlandse broedvogels overwinteren voornamelijk in Zuid-Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en op het Iberisch schiereiland. Overwinteraars in Nederland zijn afkomstig uit Centraal- en Noord-Europa. In Centraal en Noordwest-Europa zijn er veel standvogels. Trekkende kuifeenden trekken weg uit hun broedgebied omstreeks september en komen daar weer aan rond april.

Voortplanting

De nesten liggen op eilandjes of verborgen in oevervegetatie. Het is niet ongebruikelijk dat kuifeenden broeden in kolonies van meeuwen en sterns. De luidruchtige en agressieve buren hier maken het onnodig om het nest zorgvuldig te verbergen. Het zijn geen echte koloniebroeders, maar een klein deel van de populatie broedt in kleine kolonies die alleen uit kuifeenden bestaan. Op een geschikte locatie kunnen zich meerdere nesten bevinden op een tiental meters van elkaar. Het nest wordt alleen door het vrouwtje gemaakt.

Het baltsrepertoire omvat het schudden en knikken van de kop. Het broedseizoen is afhankelijk van het verspreidingsgebied. In de zuidelijke regio’s beginnen kuifeenden al half april met broeden, terwijl ze in de noordelijke regio’s pas eind juni broeden

Ze krijgen één legsel met 8 tot 11 groengrijze eieren. Als er zich meer dan 18 eieren in het nest bevinden, heeft een ander vrouwtje waarschijnlijk haar eieren erbij gelegd. Alleen het vrouwtje broedt. Ze begint te broeden zodra het laatste ei van het legsel is gelegd. Wanneer het vrouwtje het legsel verlaat, bedekt ze het met dons. De broedduur bedraagt 23 tot 28 dagen.

De jongen zijn nestvlieders en worden al snel door de moeder naar het dichtstbijzijnde water gebracht. Ze kunnen binnen een paar uur al duiken en na 45-50 dagen kunnen ze vliegen.

Predatie

Kuifeenden vallen vaak ten prooi aan jagers vanwege het visachtige, vette vlees. Natuurlijke vijanden zijn kraaien en zilvermeeuwen die de eieren kapot maken en de kuikens opeten. Zolang de kuikens niet kunnen vliegen vormen ze een prooi voor roofdieren als vossen en wolven. Predatoren van volwassen kuifeenden zijn roofvogels zoals haviken.

Bedreiging

Bedreigingen voor deze soort zijn de verdwijning van geschikt leefgebied, een verminderd broedsucces door verstoring en stadsontwikkeling. De kuifeend wordt in veel landen (onder meer Frankrijk) bejaagd. Buiten de broedtijd zijn ze gevoelig voor verstoring door waterrecreatie.

Bescherming

De kuifeend is een beschermde inheemse diersoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn kuifeenden beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de kuifeend is in Nederland geregeld in de Wet natuurbescherming.

Bronnen

Aythya fuligula

Taxonomie

RijkAnimalia (Dieren)
StamChordata (Chordadieren)
KlasseAves (Vogels)
OrdeAnseriformes (Eendvogels)
FamilieAnatidae (Eendachtigen)
GeslachtAythya

Kenmerken

Grootte40 – 47 cm
Snavellengte
KleurZwart, wit, bruin
Gewicht♂ 740 gr, ♀ 680 gr.
Vleugelspanwijdte67-73 cm
Groep/solitairGroep
VoedingSchelpdieren zoals zoetwatermossels, kreeftachtigen en andere waterdieren. Ook waterplanten, zaden en granen worden gegeten.

Voortplanting

BroedintervalJaarlijks
PaartijdBalts begint al in begin november
Aantal eieren8-11 eieren
Plaats nestTussen riet of op eilandjes
Grootte eieren60 x 40 mm
Gewicht eieren53 gram
Broedduur23-28 dagen
Aantal legsels1 legsel
Vliegvlug45-50 dagen
Geslachtsrijp1-2 jaar
Levensduur12 jaar

Voorkomen in Nederland

Aantal broedparen17.000-20.500 (in 2018-2020)
Aantal overwinteraars180.000-240.000 (in 2013-2015)
Doortrekkers220.000-240.000, nov (in 2012-2017)
BeschermingWet natuurbescherming
Rode lijst

Verspreiding (2013-2015)Sovon Vogelonderzoek Nederland


Ontdek meer van Fauna & Flora

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Scroll naar boven