Leefgebied van de houtduif
De houtduif komt in grote delen van het Palearctische gebied voor, van Noord-Afrika, Portugal en Ierland tot noordoostelijk in West Siberië en zuidoostelijk via Klein-Azië tot aan de bergketen Tian Shan in Centraal-Azië en Kasjmir in het noordelijk gedeelte van het Indische subcontinent.
In Europa komt hij bijna overal voor, behalve in het uiterste noorden vanaf de 67ste breedtegraad.
Habitat
Houtduiven komen in alle soorten boslandschappen voor. Individuele bomen of struiken volstaan al. Als deze ontbreken, broeden ze ook wel op de grond bijvoorbeeld in duinen, op stranden en weiden en in graanvelden.
Vogeltrek
In de koudere noordelijke en oostelijke delen van Europa en West-Azië is de houtduif een trekvogel, maar in Zuid- en West-Europa is het een goed verspreide en vaak overvloedige standvogel.
Herkenning
Houtduiven zijn grote, krachtig gebouwde duiven met een relatief lange staart en een vrij kleine kop. Met een lichaamslengte van 38-43 cm en een spanwijdte van 68-77 cm zijn het de grootste duiven van Europa.
Ze hebben een grijspaarse kop, grijze bovendelen en een grijsroze borst. De armpennen zijn zwart en de staart is voorzien van een brede zwarte eindband. Op de nek zit een witte vlek en ook op de vleugels is een witte band te zien. De snavel is kort en geel met een rode basis. De korte poten zijn roze van kleur.
Het verenkleed van beide geslachten ziet er hetzelfde uit maar mannetjes zijn iets groter en zwaarder dan vrouwtjes. Ze wegen 300-615 gram. Het gewicht is onderhevig aan seizoensschommelingen en is het hoogst in de herfst en vroege winter vanwege opgeslagen vet.
Geluid
Houtduiven laten een laag, zwaar gekoer horen.
Weetjes
- De houtduif is de grootste en meest voorkomende duivensoort in Nederland.
- Jonge houtduiven missen de witte halsvlek.
- Houtduiven maken rommelige nesten van takken, die soms uit een boom kunnen vallen.
Gedrag
Houtduiven broeden in uiteenlopende biotopen, van tuinen en parken tot bossen. Voor het voedsel bezoeken ze daarnaast ook vaak akkers waar graanresten te vinden zijn. Afhankelijk van wat er beschikbaar is, kunnen de foerageervluchten beperkt blijven tot het nestgebied, maar kunnen ze ook regelmatig plaatsvinden over afstanden van 10 tot 15 kilometer.
Hoewel houtduiven kunnen overkomen als dommige en sullige vogels zijn ze op hun foerageer- en nestplaats tamelijk agressief. Ze kunnen met hun vleugels rake klappen uitdelen aan soortgenoten, maar ook aan bijvoorbeeld eksters. Er vallen tijdens deze schermutselingen echter nooit doden.
Voedsel
Het zoeken naar voedsel vindt zowel op de grond plaats als op bomen en struiken. Het belangrijkste voedsel in Europa zijn eikels, beukennootjes en graanzaden. Daarnaast wordt, afhankelijk van de lokale beschikbaarheid, een zeer breed scala aan andere groenten gegeten, waaronder groene bladeren, knoppen en bloemen van verschillende planten, bessen en ander fruit, wortelknollen (bijvoorbeeld aardappelen of rapen) en eikengallen.
Af en toe wordt dierlijk voedsel gegeten, meestal schildluizen, vlinderrupsen en poppen en af en toe andere geleedpotigen en regenwormen. Om aan de kalkbehoefte te voldoen worden soms kleine weekdieren, zoals mosselen en slakken, gegeten.
Voortplanting
Houtduiven broeden in lanen, parken en begraafplaatsen, zelfs vaak in de centra van steden. De broedplaatsen mogen niet te ver verwijderd zijn van geschikte voedselhabitats. In Europa zijn dit tegenwoordig vooral landbouwgebieden zoals grasland en akkers, maar ook de bossen en groene gebieden.
Houtduiven zijn geslachtsrijp in mei of juni van het jaar volgend op het jaar waarin ze zijn uitgekomen.
Ze zijn in een seizoen overwegend monogaam, hoewel permanente paarvorming ook voorkomt, althans bij niet-migrerende populaties. Dit geldt echter alleen als er gezamenlijke jongen uit het vorige broedseizoen zijn voortgekomen.
Blijft de paarvorming zonder nakomelingen, dan gaat 100 procent van de houtduiven op zoek naar een nieuwe partner voor volgend jaar.
De mannetjes vestigen territoria. Alleen het nestgebied wordt als territorium verdedigd tegen soortgenoten. De grootte van het gebied is zeer variabel, afhankelijk van de dichtheid van de populatie. Als deze erg hoog is, bestaat het territorium meestal alleen uit de boom waarin gebroed wordt.
Paring
De paarvorming begint in maart of april, maar bij populaties in steden begint dit vaak in de winter. Wanneer het leggen van eieren begint, neemt de baltsactiviteit af, maar vanwege het zeer lange broedseizoen kan baltsgedrag vaak tot september worden waargenomen.
Naast het frequente roepen bestaat de balts ook uit een baltsvlucht door het mannetje. Het mannetje vliegt vanaf een hoog punt 20 tot 30 meter steil omhoog, waarbij hij vaak meerdere keren luid met zijn vleugels klapt. Vervolgens zweeft hij naar beneden met zijn vleugels horizontaal gestrekt en zijn staart gespreid. Deze baltsvlucht wordt vaak twee tot vijf keer herhaald.
Nest
Het mannetje biedt meerdere broedplaatsen aan, maar de uiteindelijke keuze wordt door het vrouwtje gemaakt. Het nest wordt voornamelijk gebouwd op bomen of grote struiken, waarbij privacybescherming bijzonder belangrijk is. Daarom hebben coniferen meestal de voorkeur in de lente en de herfst.
De soort is echter zeer flexibel bij het kiezen van zijn broedplaatsen. Waar geen grotere bomen staan, worden de nesten ook laag in heggen gebouwd en als deze ook ontbreken broeden houtduiven op de grond. In steden worden nesten ook gebouwd op gebouwen in nissen of op richels.
Het nest is een dun plateau met een verdieping in het midden en is opgebouwd uit dunne, meestal bladloze takken. Nieuwe nesten zijn vaak zo doorschijnend dat de eieren van onderaf te zien zijn. Meestal brengt het mannetje materiaal naar de nestplaats, dat vervolgens door het vrouwtje wordt geïnstalleerd. Het bouwen van nesten duurt meestal 6-13 dagen, soms slechts 2 dagen. De nesten worden vaak herhaaldelijk gebruikt; af en toe worden de nesten van andere vogelsoorten als nestbasis gebruikt.
Broeden
In Europa vindt het leggen van eieren bij uitzondering eind februari plaats, maar begint dit meestal pas in april of mei. Twee broedsels per jaar komen vaak voor, en af en toe drie. De laatste legsels worden meestal half september gestart, soms zelfs in oktober.
Het legsel bestaat vrijwel uitsluitend uit 2 eieren, soms slechts één ei. De eieren zijn wit, mat glanzend en bijna elliptisch. De eieren zijn gemiddeld 40,3 x 29,6 mm.
De broedduur bedraagt 16-17 dagen. Zoals bij alle duiven krijgen de nestelingen duivenmelk uit de krop van de ouders, maar vanaf de eerste dag krijgen ze ook de plantenvoeding die de ouders eten. Dit aandeel neemt toe naarmate de jongen ouder worden. Het tijdstip van de laatste voeding is zeer variabel, maar ligt meestal tussen de 26e en 40e levensdag. Bij daaropvolgende broedsels voedt vaak slechts één ouder de jonge vogels.
Uitvliegen
De jongen vliegen na 33-35 dagen uit. Uit onderzoek blijkt dat het overlevingspercentage voor jongen in hun eerste levensjaar 52 procent is en het jaarlijkse overlevingspercentage van volwassen houtduiven 61 procent is. Voor vogels die het eerste jaar overleven is de gemiddelde levensduur slechts drie jaar, maar de maximale geregistreerde leeftijd is 17 jaar en 8 maanden.
Predatie
De voornaamste predatoren van houtduiven zijn roofvogels zoals haviken, slechtvalken, buizerds, oehoes en sperwers. Daarnaast hebben meeuwen en ratten het op de eieren en de jongen voorzien.
Bedreiging
De soort is een van de meest voorkomende broedvogels in Europa. BirdLife International schat de wereldpopulatie grofweg op 30 tot 70 miljoen vogels en de Europese populatie op 18 tot 34 miljoen vogels.
De Europese populatie was stabiel tussen 1970 en 1990 en nam tussen 1990 en 2000 licht toe.
Bescherming
De houtduif is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn houtduiven beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de houtduif wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De houtduif is aangewezen als soort die in het gehele land belangrijke schade veroorzaakt en mag onder strikte voorwaarden door grondgebruikers worden bestreden. De soort mag worden bejaagd door jachtgerechtigden gedurende bepaalde periodes van het jaar (van 15 oktober tot en met 31 januari).
Bronnen
- Houtduif. (2024, mei 7). Wikipedia, de vrije encyclopedie. Opgehaald 14:52, mei 27, 2024 van https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Houtduif&oldid=67494715.
- Vogelbescherming, Houtduif, https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/houtduif, geraadpleegd 27 mei 2024.
- Houtduif Columba palumbus, Nederlandse soortenregister, https://www.nederlandsesoorten.nl/linnaeus_ng/app/views/species/nsr_taxon.php?id=139441, geraadpleegd 27 mei 2024.
- Seite „Ringeltaube“. In: Wikipedia – Die freie Enzyklopädie. Bearbeitungsstand: 24. April 2024, 17:43 UTC. URL: https://de.wikipedia.org/w/index.php?title=Ringeltaube&oldid=244365141 (Abgerufen: 27. Mai 2024, 14:55 UTC)
- Wikipedia contributors. (2024, April 10). Common wood pigeon. In Wikipedia, The Free Encyclopedia. Retrieved 14:55, May 27, 2024, from https://en.wikipedia.org/w/index.php?title=Common_wood_pigeon&oldid=1218302346
Ontdek meer van Fauna & Flora
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.