Leefgebied
De groene schildwants komt voor in grote delen van Europa, Noord-Afrika en in gematigde delen van Centraal-Azië. Hij komt vooral voor in Centraal-Europa en is alleen zeldzamer in het noorden. In Nederland komt hij overal voor en is het een van de algemeenste soorten grote wantsen.
Habitat
Ze worden aangetroffen in de kruidachtige lagen en op loofbomen in veel soorten droge tot vochtige habitats zoals ruigtes, struwelen, graslanden, moerassen en bosranden, zowel in steden, agrarische gebieden als natuurgebieden.
Herkenning
Deze insecten zijn 12 tot 13,5 millimeter lang en hebben een breed ovaal lichaam. Vrouwtjes zijn iets groter dan mannetjes.
Van de lente tot de herfst hebben ze een groene basiskleur. Op de bovenkant zitten soms onopvallende vlekjes of wat lichtere plekjes. De onderkant is bruinrood van kleur. Op de bovenkant zitten putjes die op afstand niet te zien zijn. Het vleugelmembraan is donker. In de herfst veranderen ze van kleur naar bruin of roodbruin, om na de winterslaap weer groen te worden. Deze bruine of roodbruine kleur zorgt voor een schutkleur tijdens het overwinteren.
Het lichaam bestaat uit drie delen: de kop, het borststuk en het achterlijf. Aan de kop zitten twee antennes. De segmenten drie en vier van de antennes zijn verbreed en roodbruin. De ogen zitten aan de zijkant van de kop. Achter deze ogen bevinden zich nog twee enkelvoudige ogen.
De poten en de vleugels zitten aan het borststuk en zijn typisch insectachtig en met de heup aan het lichaam verbonden. De dij is het breedste deel van de poot. Na de dij volgt de scheen wat het langste deel van de poot is. Aan de scheen zit de voet die geleed is. Het laatste deel draagt twee kleine klauwtjes. De pootuiteinden zijn net als de antennes roodbruin van kleur.
Net als andere vliegende insecten heeft de groene schildwants één paar voorvleugels en één paar achtervleugels. De voorvleugels zijn verhard, maar het achterste deel van de vleugel is vliezig en half doorzichtig. Het platte achterlijf steekt aan weerszijden onder de vleugels uit.
Mannetjes zien er hetzelfde uit als de vrouwtjes, ook tijdens de paring.
Nimfen
Ieder nimfstadium heeft een eigen bouw en eigen kleurpatroon. De jonge nimfen hebben zwarte poten en ook andere delen van het lichaam zijn zwart. Bij iedere vervelling krijgt de nimf meer groene kleuren. De nimfen die eerder in het jaar uit het ei kruipen zijn bovendien vaak groen van kleur, die later in het jaar uit het ei komen hebben meer zwarte lichaamsdelen.
Het halsschild en de latere vleugels zijn zichtbaar als kleine plaatjes die smaller zijn dan het lichaam en per stadium groter worden. De nimfen hebben altijd antennes die bestaan uit vier geledingen.
Voedsel
De groene schildwants is een planteneter. Met zijn steeksnuit prikt hij in de groene delen van planten en zuigt hij sappen op. Verschillende planten worden als voedsel gebruikt. Als waardplanten dienen sterk verschillende planten, zoals kruidachtige planten als brandnetel, vederdistel en struiken uit de rozenfamilie en zelfs bomen, zoals de hazelaar en de zwarte els.
Weetjes
- De groene schildwants heeft zijn naam deels te danken aan de wapenachtige bovenkant van het lichaam.
- Het halsschild is relatief groot en beschermt een deel van de kop.
- Er is één generatie per jaar.
Gedrag
De groene schildwants leeft het liefst op loofbomen zoals elzen- en lindebomen, op struiken, op brandnetels of distels.
Af en toe komen ze in grotere aantallen voor in tuinen en in landbouwgebieden, maar het is geen relevante plaag. Jonge nimfen zuigen aan de vegetatieve delen (bijvoorbeeld tomaten, sperziebonen, enz.) van de gewassen, oudere en volwassen dieren zuigen voornamelijk aan rijpende zaden en vruchten.
De volwassen dieren overwinteren op droge en beschutte plaatsen onder bomen en verschijnen vanaf mei weer op de waardplanten.
De paring vindt voornamelijk plaats in mei en juni, maar soms ook in juli. De vrouwtjes leggen hun eieren in ronde ballen van maximaal 28 eieren op de waardplanten.
Vanaf eind juli en vooral in augustus verschijnen de geslachtsrijpe dieren van de nieuwe generatie. De nimfen kunnen echter tot laat in de herfst voorkomen. Vooral in de bergachtige gebieden kan het ook voorkomen dat de nimfen hun ontwikkeling niet vóór de winter kunnen voltooien en dood gaan.
Voortplanting
De groene schildwants ondergaat een onvolledige gedaanteverwisseling waarbij de jonge dieren geen vleugels hebben, maar al enigszins op de ouderdieren lijken. Als ze uit het ei komen hebben ze al twee antennes en zes pootjes.
Ze worden in stapjes groter waarbij steeds een vervelling optreedt en waarbij ze steeds meer de kenmerken van volwassen dieren krijgen. Na de laatste vervelling volgt een popstadium waarna ze in één keer veranderen naar het volwassen insect. Als ze volwassen zijn vervellen ze niet meer en richten ze zich meer op de voortplanting dan op het foerageren.
Zodra ze in de lente uit de winterslaap komen zoeken mannetjes en vrouwtjes elkaar op. Ze vinden elkaar door het maken van trillingen. Ze maken hierbij geen geluid, maar maken gebruik van spieren waarmee het lichaam gaat vibreren. De trilling wordt doorgegeven door de plant waarop ze zitten.
Mannetjes maken geluiden om concurrenten te verjagen. Als een mannetje en vrouwtje elkaar gevonden hebben vindt de paring plaats, waarbij de wantsen met de achterlijven tegen elkaar gehecht zijn en zo een tijdje rondlopen. Na de paring worden de eitjes afgezet, waaruit ten slotte de kleine wantsjes of nimfen kruipen.
Ei
Het vrouwtje legt ongeveer 100 eitjes in totaal, die in regelmatige clusters van dicht tegen elkaar liggende rijen, in hexagonale vorm, worden afgezet. De groene eitjes worden tegen de bladeren van een voedselplant gelijmd en zijn van bovenaf gezien rond van vorm en in de breedte enigszins tonvormig. Na 15 tot 21 dagen komen de eitjes uit.
Als de embryo’s bijna volgroeid zijn, worden de oogjes zichtbaar als kleine rode stippen en tevens verschijnt een donker driehoekje aan de bovenzijde van ieder ei waarmee de nimf het ei zal openen. Op de rand van dit dekseltje zitten witte haartjes.
Nimf
De nimfen hebben een zeer gedrongen bouw maar vervellen al snel waarna ze deels groen worden en al iets op de volwassen dieren lijken. Ze doorlopen vijf stadia, waarbij ieder stadium eindigt met een vervelling en wordt gekenmerkt door een eigen bouw en kleuren.
Imago
Het imago is volledig ontwikkeld en kan zich voortplanten en vervelt niet meer. Het heeft duidelijk zichtbare vleugels en de kop draagt vijfledig gesegmenteerde antennes, in plaats van vier leden zoals bij de nimfen voorkomt. Door de goed ontwikkelde vleugels kan de wants zich verplaatsen op zoek naar voedsel.
Mannetjes vliegen voornamelijk om naar een partner te zoeken en vrouwtjes om een geschikte afzetplaats voor de eitjes te vinden.
De wants leeft in totaal ongeveer een half jaar doordat een overwintering plaatsvindt. Er is daardoor één generatie per jaar.
Predatie
De groene schildwants heeft een onopvallende groene kleur en vertrouwt op zijn camouflage en chemische afweer.
Groene schildwantsen hebben weinig natuurlijke vijanden, maar worden wel door een aantal vogels, waaronder de merel, gegeten. Ze worden verder belaagd door verschillende vleesetende roofwantsen. Deze hebben net als de groene schildwants een zuigsnuit waarmee in hun geval de lichaamssappen van dieren opgezogen worden. Ze worden ook belaagd door insecten uit andere insectengroepen, zoals vliegen die als larve andere insecten van binnenuit opeten.
Bronnen
- Groene schildwants, EIS Verspreidingsatlas Insecten, https://www.verspreidingsatlas.nl/9902014#, geraadpleegd 22 augustus 2023
- Groene schildwants. (2023, juli 19). Wikipedia, de vrije encyclopedie. Opgehaald 16:27, augustus 22, 2023 van https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Groene_schildwants&oldid=64734428.
- Groene schildwants Palomena prasina, Nederlands Soortenregister, https://www.nederlandsesoorten.nl/linnaeus_ng/app/views/species/nsr_taxon.php?id=157965&cat=&epi=1, geraadpleegd 22 augustus 2023
- Seite „Grüne Stinkwanze“. In: Wikipedia – Die freie Enzyklopädie. Bearbeitungsstand: 11. November 2022, 20:18 UTC. URL: https://de.wikipedia.org/w/index.php?title=Gr%C3%BCne_Stinkwanze&oldid=227889930 (Abgerufen: 23. August 2023, 17:13 UTC)
Palomena prasina | |
Taxonomie | |
---|---|
Rijk | Animalia |
Stam | Arthropoda (Geleedpotigen) |
Klasse | Insecta (Insecten) |
Orde | Hemiptera (Halfvleugeligen) |
Familie | Pentatomidae (Schildwantsen) |
Geslacht | Palomena |
Kenmerken | |
Grootte | 12-13,5 mm |
Vleugellengte | |
Waardplanten | Sterk verschillende planten, zoals brandnetel, vederdistel en struiken uit de rozenfamilie en zelfs bomen, zoals de hazelaar en de zwarte els |
Waarneem periode | Maart-november |
Voorkomen in Nederland | |
Status | Oorspronkelijk. Minimaal 10 jaar achtereen voortplanting |
Zeldzaamheid | Een van de algemeenste grote wantsen |
Bescherming | |
Verspreiding | |
Nederland | Heel Nederland |
Wereld | Grote delen van Europa, Noord-Afrika en in gematigde delen van Centraal-Azië |
Biotoopvoorkeur | kruidachtige lagen loofbomen in droge tot vochtige habitats |
Ontdek meer van Fauna & Flora
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.