Blauwe breedscheenjuffer

  • blauwe breedscheenjuffer
  • blauwe breedscheenjuffer
  • blauwe breedscheenjuffer
  • blauwe breedscheenjuffer
  • blauwe breedscheenjuffer
  • blauwe breedscheenjuffer
  • blauwe breedscheenjuffer)
  • blauwe breedscheenjuffer

Beschrijving van de blauwe breedscheenjuffer

Leefgebied

Mondiaal

De blauwe breedscheenjuffer komt oostelijk tot in Siberië voor. Oorspronkelijk komt deze soort uit Zuidoost-Europa en West-Azië, maar verspreidde zich na de ijstijd ook naar Midden- en West-Europa. Deze juffer komt niet in Afrika voor.

Het is een soort die voorkomt op hoogtes van minder dan 500 m boven de zeespiegel. Alleen in uitzonderlijke gevallen kan de blauwe breedscheenjuffer zich boven de 800 m voortplanten.

Europa

De blauwe breedscheenjuffer komt in een groot deel van Europa voor, maar ontbreekt ten zuiden van de Pyreneeën, de noordelijke helft van Scandinavië, het noorden van Groot-Brittannië en Ierland.

De soort is verdwenen van de grotere eilanden in de Middellandse Zee, maar komt nog verspreid voor op de vele eilandjes in de Ionische en Egeïsche Zee.

Nederland

In Nederland komt de blauwe breedscheenjuffer voor op de hoge zandgronden van Oost-Nederland. De soort is minder wijd verbreid in het rivierengebied en in de Achterhoek en de Veluwe. In de overige gebieden is de blauwe breedscheenjuffer zeldzaam.

Habitat

De blauwe breedscheenjuffer leeft voornamelijk in langzaam stromende, zuurstofrijke wateren zoals beken, kanalen en sloten. Hij komt ook wel voor in stilstaand water waaronder grote plassen, visvijvers en soms zandafgravingen.

De grootste aantallen zijn te vinden in stromend water met voldoende waterplanten en bomen en struiken die voor beschutting zorgen. Deze soort vermijdt tijdelijke en ondiepe watermassa’s en bergstromen met snelstromend water.

Herkenning

De blauwe breedscheenjuffer is 35-37 mm lang. De poten zijn licht van kleur en hebben brede schenen (tibia) met aan de buitenkant een zwarte lengtestreep. De kop is breder dan die van andere juffers en heeft twee lichte dwarsstrepen. Het borststuk heeft twee lichte schouderstrepen.

De pterostigma’s op de vleugels zijn okerkleurig tot roodbruin.

Het mannetjes heeft een fletsblauw achterlijf. Soms is deze bijna wit. Op de segmenten 1-6 loopt een dunne zwarte lengtestreep. Op de segmenten 7-10 is deze streep breder en over de lengte in tweeën verdeeld.

Het vrouwtje heeft een beige lichaamskleur. Bij jonge dieren heeft het lichaam een oranje tint. De bovenzijde van het achterlijf heeft een dubbele zwarte streep, die naar achter toe breder wordt. Op de segmenten 2-6 is deze streep vaak gereduceerd tot twee zwarte puntjes.

Larve

De larven zijn 18-24 mm lang, waarvan de procten 5-8 mm zijn. De procten (drie bladvormige aanhangsels) hebben een karakteristiek draadvormig aanhangsel. Het achterlijf is aan de zijkanten zaagvormig. De labiale palp 2-4 heeft borstelharen. Het prementum heeft in een horizontale lijn meestal ook 4 borstelharen.

Voedsel

De imago’s jagen actief met behulp van hun goed ogen en reactiesnelheid. Ze eten voornamelijk kleine insecten zoals muggen en vliegen die ze in de lucht vangen.

De larven jagen onder water waarbij ze hun scherpe mandibels gebruiken om de prooi te vangen. Ze eten kleine waterinsecten zoals muggenlarven en watervlooien.

Weetjes

  • Een volwassen blauwe breedscheenjuffer leeft slechts een paar weken tot enkele maanden.
  • Het vrouwtje van de blauwe breedscheenjuffer kan gedurende haar leven wel 300-500 eitje leggen.
  • De larvenhuidjes kunnen tot op twee meter boven het wateroppervlak aangetroffen worden.

Gedrag

De imago’s zijn te vinden in grasvegetatie langs de oever, maar ook op grazige plekken ver van het water. Bij verstoring vliegen vaak grote groepen uit het gras op.

Mobiliteit

De blauwe breedscheenjuffer is een mobiele soort, die ver van het water af vliegt. Hij kan zich goed verspreiden langs lijnvormige waterelementen.

Vliegtijd

De vliegtijd loopt van begin mei tot eind september. Er zijn twee piekjes in de vliegtijd te zien: van eind mei tot begin juni en van eind juli tot begin augustus. Dit heeft vermoedelijk betrekking op dieren die één, respectievelijk twee winters als larve hebben doorgebracht.

Levenscyclus

De paring, die meestal 10-20 minuten duurt, is niet aan het water gebonden. De mannetjes wachten niet tot vrouwtjes naar het water komen, maar gaan zelf actief op zoek. Hierbij verplaatsen ze zich aanzienlijk verder van de oever dan andere juffer soorten.

Eitjes

De eitjes worden op verschillende soorten waterplanten afgezet, zowel op levende als dode delen. Ook worden de eitjes wel afgezet op takken die in het water liggen. De voorkeur gaat uit naar zachte delen van planten die zich onder water bevinden.

Het vrouwtje boort met haar legboor gaatjes in het substraat en legt vervolgens in ieder gaatje een eitje. De eitjes worden in tandem afgezet. Dit gebeurt vaak groepsgewijs omdat paartjes graag in de buurt van andere paartjes landen.

De eitjes komen na enkele weken uit.

Larven

De larven overwinteren en het uitsluipen vindt plaats op beschutte plaatsen in de oevervegetatie, in de regel in mei en juni van het volgende jaar. Afhankelijk van de omstandigheden kan het larve stadium echter van een paar maanden tot wel twee jaar duren. Hierbij ondergaan ze 10-12 vervellingen.

Wanneer de larven helemaal ontwikkeld zijn kruipen ze uit het water om voor de laatste keer te vervellen om in een volwassen juffer te veranderen.

Predatie

Predatoren van larven zijn vissen en zoogdieren zoals knaagdieren. De imago’s worden gegeten door vogels, spinnen en insecteneters.

Bedreiging

Bedreigingen van de blauwe breedscheenjuffer zijn verlies van habitat, watervervuiling, klimaatveranderingen en de komst van exoten.

Bescherming

Deze juffer is beschermd volgens de Wet natuurbescherming.

Bronnen

Platycnemis pennipes

Taxonomie

RijkAnimalia (Dieren)
StamArthropoda (Geleedpotigen)
KlasseInsecta (Insecten)
OrdeOdonata (Libellen)
FamiliePlatycnemididae (Breedscheenjuffers)
GeslachtPlatycnemis (Breedscheenjuffers)
SynoniemenBreedscheenjuffer

Kenmerken

Lengte35-37 mm
Spanwijdte45 mm
VliegperiodeBegin mei-eind september
Grootte larve18-24 mm

Voortplanting

Aantal eitjesTijdens haar leven 300-500
Grootte eitjes1 mm lang
Ontwikkeling eitjesEnkele weken
Ontwikkeling larvenEnkele maanden tot 2 jaar
Vervellingen larven10-12 vervellingen
UitsluipenMei-juni

Voorkomen in Nederland

StatusOorspronkelijk
ZeldzaamheidAlgemeen in Oost-Nederland.
BeschermingWet natuurbescherming
Verspreidingskaart blauwe breedscheenjuffer
Verspreidingskaart blauwe breedscheenjuffer

Verspreiding

NederlandAlgemeen in Oost-Nederland.
EuropaGroot deel van Europa
WereldOostelijk tot in Siberië, niet in Afrika
BiotoopvoorkeurLangzaam stromende, zuurstofrijke beken, sloten en kanalen


Ontdek meer van Fauna & Flora

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Scroll naar boven