Roodborsttapuit

  • Roodborsttapuit
  • Roodborsttapuit
  • Roodborsttapuit

Leefgebied van de roodborsttapuit

De roodborsttapuit komt bijna overal voor in gematigde gebieden in Europa.

Habitat

Ze broeden vooral op hoge zandgronden, langs de gehele kust inclusief de Waddeneilanden en de Zeeuwse Delta. Ze komen voor in zowel halfopen boerenland met greppels en ruige wegbermen als in natuurgebieden (hei, moeras, duin). Aan de randen van stedelijke gebieden zijn ze ook te zien op braakliggende gronden. Ze houden van open tot halfopen, vaak droge terreinen met enige struweelopslag of hoog opschietende kruiden.

Roodborsttapuiten zoeken hun voedsel en nestgelegenheid in structuurrijke open gebieden; vaak de overgangszones van open gebied (heide) naar bos. De toppen van lage bomen en struiken gebruiken ze als uitkijk- en zangpost. Het nest wordt laag bij de grond gemaakt, goed verscholen in een dichte vegetatie. 

Herkenning

De roodborsttapuit is 11,5 tot 13 cm lang en weegt 13 tot 17 gram en is iets kleiner dan het roodborstje. Beide geslachten hebben opvallend korte vleugels.

Het vrouwtje heeft een oranje borst, bruin gestreepte bovendelen en twee witte vlekken op de bovenvleugel.

Het mannetje heeft ook een oranje borst, bruin gestreepte bovendelen en twee witte vlekken op de bovenvleugel, maar heeft bovendien een witte stuitvlek, witte halszijden en een zwarte kop. De bruin gestreepte bovendelen van het mannetje zijn donkerder dan die van het vrouwtje.

Geluid

De roodborsttapuit laat een snelle riedel met metaalachtige klanken horen. De zang tijdens de balts heeft meer pauzes met heldere fluittonen en imitaties. De kenmerkende roep is een “wiet..tkk, tkk” en lijkt op twee kiezelsteentjes die tegen elkaar worden getikt.

Weetjes

  • De eieren van een roodborsttapuit zijn lichtblauw met donkerbruine vlekjes en 16 mm breed en 22 mm lang
  • Roodborsttapuiten leven solitair. 

Voedsel

Het voedsel bestaat hoofdzakelijk uit insecten zoals langpootmuggen, maar ze eten ook wormen, rupsen, vlinders, spinnen, slakken, zaden en bessen.

Gedrag

Ze zijn vooral actief in het opsporen van insecten en ander klein gedierte. Ze speuren hiernaar vanuit een uitkijkpost in hun territorium. 

Vogeltrek

Ze brengen de winter veelal door in Zuidwest-Europa, Frankrijk, het Iberisch Schiereiland en Noord-Afrika. Ze trekken vanaf september en oktober naar het zuiden. In februari zijn de eerste weer terug in Nederland. In zachte winters overwinteren er ook roodborsttapuiten in Nederland, vooral in het kleinschalig cultuurlandschap.

Voortplanting

Roodborsttapuiten broeden vanaf maart en hebben tot wel drie legsels per seizoen van meestal 4-6 eieren. De broedduur bedraagt 14 tot 15 dagen. Ze broeden veelal op de grond in een goed verstopt nest. De jongen zitten 13 tot 16 dagen op het nest en zijn na het uitvliegen meestal nog zo’n 8 tot 14 dagen afhankelijk van de ouders.

Predatie

Omdat het goed verborgen nest op of net boven de grond wordt gebouwd zijn ze kwetsbaar voor predatoren zoals katten, wezels en roofvogels.

Bedreiging

De inkrimping van het broedgebied van de roodborsttapuit heeft zich beperkt tot het agrarisch gebied. Veelbetekenend is dat de soort vaak meteen na uitvoering van een herverkaveling verdwijnt.

Als belangrijkste oorzaken worden genoemd: het verdwijnen van overhoekjes (delen van percelen die minder makkelijk te beheren zijn dan de rest), het spuiten en branden van sloten, greppels en akkerranden, de groeiende populariteit van – zwaar bemeste – maïsakkers en de verarming van agrarische graslanden. Gelukkig heeft de soort zich in aantal kunnen herstellen. Ze profiteert sterk van natuurontwikkeling.

Na 1960 lijkt in grote delen van het land een afname te zijn ingezet met grote regionale verschillen. De laatste jaren gaat het weer goed met de roodborsttapuit. Ondanks dat het verspreidingsgebied afneemt, groeit het aantal broedparen en is er sprake van een herstel.

Bescherming

De roodborsttapuit is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn roodborsttapuiten beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de roodborsttapuit wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.

Bronnen

Saxicola rubicola

Taxonomie

RijkAnimalia (Dieren)
StamChordata (Chordadieren)
KlasseAves (Vogels)
OrdePasseriformes (Zangvogels)
FamilieMuscicapidae (Vliegenvangers)
GeslachtSaxicola

Kenmerken

Grootte11,5-13 cm
Gewicht13-17 gram
Vleugelspanwijdte17-20 cm
Groep/solitairSolitair
VoedingInsecten, wormen, rupsen, vlinders, spinnen, slakken, zaden en bessen

Voortplanting

BroedintervalJaarlijks
Aantal eieren4-6 eieren per legsel
Plaats eierenNest op de grond
Grootte eieren16 x 22 mm
BroedperiodeMaart-juli (meerdere legsels)
Broedtijd14-15 dagen
Aantal legselsTor wel 3 legsels
Uitvliegen13-16 dagen
GeslachtsrijpNa één jaar
Levensduur7-8 jaar

Voorkomen in Nederland

Verspreiding broedvogels roodborsttapuit
Aantal broedparen18.000-22.000 (in 2018-2020)
Aantal overwinteraars200-1000 (in 2013-2015)
DoortrekkersBroedvogel – wegtrekkend
BeschermingBeschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn
Rode lijst

Ontdek meer van Fauna & Flora

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Scroll naar boven