Gele komma­zweefvlieg

  • Gele komma­zweefvlieg

Leefgebied van de gele komma­zweefvlieg

Deze wijdverspreide soort komt voor in het grootste deel van het Palearctische gebied en in grote delen van Noord-Amerika. Ze komen in heel Europa voor.

Ze komen algemeen voor in heel Nederland, maar er zijn sterke verschillen van jaar tot jaar. Dit heeft vermoedelijk vooral te maken met migratie vanuit zuidelijker streken. Vermoedelijk zijn er meerdere generaties per jaar. Ze zijn opvallend talrijk in augustus, mogelijk ook als gevolg van migratie.

Biotoop

De biotoop bestaat uit diverse open vegetaties, zowel droge als vochtige. Ze kunnen talrijk voorkomen in duingraslanden, heidevelden, schrale wegbermen en moerassen. Ook komen ze regelmatig voor in de directe nabijheid van bossen. Het is een van de weinige soorten die in augustus op bijna alle graslanden te vinden is.

Herkenning

De gele kommazweefvlieg is 9-12 mm lang. De vleugellengte bedraagt 6,5-8,5 mm. Beide seksen hebben een zwart achterlijf met brede gele banden op de rugplaatjes 3 en 4 die de zijnaad niet bereiken. Slechts bij hoge uitzondering zitten er vlekken op de rugplaatjes 3 en 4.

Mannetjes zijn herkenbaar aan de over de gehele lengte even brede rand achter de ogen die in zijaanzicht goed zichtbaar is. Vrouwtjes zijn herkenbaar aan de echte scheiding tussen het zwart (achter) en geel (voor) op het voorhoofd en het ontbreken van stofvlekken. 

Voedsel

De larve leeft van bladluizen op uiteenlopende kruiden, struiken en bomen, waaronder akkerdistel, bijvoet, riet, berk en populier.

Gedrag

De vliegperiode loopt van mei tot september. In Zuid-Europa is dit van april tot oktober.

De imago’s vliegen doorgaans laag boven de vegetatie en bezoeken bloemen. Bij windstil en zonnig weer zweven mannetjes op enkele meters hoogte boven open vegetaties, zoals graslanden en heidevelden. De soort vertoont migratiegedrag.

Men vermoedt dat ze als imago overwinteren, maar dit is nooit bevestigd en er zijn waarnemingen die dit tegenspreken. In Nederland geeft de vliegtijd geen aanleiding om overwintering als imago te vermoeden. In Denemarken zijn in maart-april larven en poppen gevonden wat overwintering uitsluitend als imago niet ondersteunt.

Voortplanting

Geen gegevens gevonden.

Bescherming

Geen gegevens gevonden.

Bronnen

Eupeodes latifasciatus

Taxonomie

RijkAnimalia
StamArthropoda (Geleedpotigen)
KlasseInsecta (Insecten)
OrdeDiptera (Tweevleugeligen)
FamilieSyrphidae (Zweefvliegen)
GeslachtEupeodes

Kenmerken

Grootte9-12 mm
Vleugellengte6,5-8,5 mm
VoedingDe larve leeft van bladluizen op uiteenlopende kruiden, struiken en bomen, waaronder akkerdistel, bijvoet, riet, berk en populier
VliegperiodeMei tot september.

Voortplanting

Paartijd
Uitkomen eitjes
Larve ontwikkeling
Popfase

Voorkomen in Nederland

StatusOorspronkelijk. Minimaal 10 jaar achtereen voortplanting
ZeldzaamheidAlgemeen in heel Nederland
BeschermingGeen gegevens gevonden

Verspreiding

NederlandAlgemeen in heel Nederland
WereldHolarctisch. Van West-Europa en Noord-Afrika tot aan de Stille Oceaan en in Noord-Amerika. Heel Europa.
BiotoopvoorkeurDiverse open vegetaties, zowel droge als vochtige
Gele komma­zweefvlieg
Verspreidingskaart gele kommazweefvlieg

Ontdek meer van Fauna & Flora

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Scroll naar boven