Beschrijving van de struiksprinkhaan
Leefgebied
De struiksprinkhaan komt in een groot deel van Europa voor, van de Britse Eilanden, Frankrijk, Polen, Nederland en België in het westen tot de Europese delen van Rusland in het oosten, en van Zuid-Scandinavië in het noorden tot Zuid-Italië, Bulgarije en Griekenland in het zuiden. Deze sprinkhaan is zelfs tot in het zuiden van Israël waargenomen. Hij leeft ook in het Nearctisch gebied.
Nederland en België
In Nederland en België komt de struiksprinkhaan overal voor.
Habitat en biotoop
Deze soort leeft voornamelijk in droge, struikachtige omgevingen in open bossen, stadsparken, heidevelden, struikgewassen, wegbermen, tuinheggen, berken, bramen en gaspeldoorns.
De struiksprinkhaan heeft een voorkeur voor lagere begroeiing. De nimfen leven dichter bij de bodem op bloemen.
Herkenning
De struiksprinkhaan kan ongeveer 10 tot 15 mm lang worden. Het lichaam is bolvormig en gedrongen. De kleur is voornamelijk grasgroen met kleine zwarte vlekjes, die duidelijker zichtbaar zijn bij de nimfen. Het halsschild heeft aan weerszijden een witte streep.
Het dorsale oppervlak van het abdomen heeft een oranjebruine streep. Deze is bij mannetjes duidelijker zichtbaar dan bij vrouwtjes. Een geelwitte streep loopt van de ogen naar de rug. De onderbenen en voeten zijn bruinachtig.
De antennes zijn twee keer zo lang als het lichaam. De soort is brachypteer: de voorvleugels van het mannetje zijn gereduceerd tot kleine lobben, die van het vrouwtje zijn nog meer gereduceerd. De achtervleugels ontbreken volledig en zowel de mannetjes als de vrouwtjes kunnen niet vliegen.
Het achterlijf van het mannetje is te herkennen aan twee relatief ver van elkaar gelegen cerci die licht naar elkaar gekromd zijn.
De legboor van het vrouwtje is zijdelings samengedrukt en puntig naar boven gebogen.
Voedsel
Struiksprinkhanen eten voornamelijk plantenmateriaal zoals bladeren, bloemen, schors en stengels van verschillende planten. Soms eten ze ook kleine insecten, vooral als ze jong zijn en extra eiwitten nodig hebben voor hun groei.
Weetjes
- De struiksprinkhaan is goed gecamoufleerd en kan zich gemakkelijk verbergen tussen de bladeren en takken.
- Hij laat zich vooral horen tussen zeven uur ’s avonds en drie uur ’s nachts.
Gedrag
De struiksprinkhaan is te vinden van april tot november. Vrouwtjes leggen hun eieren in de late zomer in de bast van een boom of een plantenstengel. Vervolgens overwinteren ze tot het volgende voorjaar. De nimfen komen in mei tevoorschijn en ontwikkelen zich in de late zomer tot volwassenen.
Het gezang van het mannetje, wat wordt geproduceerd door de rechtervleugel tegen een tandachtig uitsteeksel aan de basis van de linkervleugel te wrijven, is kort (1 tot 10 ms) en zwak en nauwelijks hoorbaar voor mensen. Bij een frequentie van 40 kHz is het het beste te horen met behulp van een vleermuisdetector. In tegenstelling tot andere krekelsoorten is het vrouwtje in staat om op de roep van het mannetje te reageren met een zwakkere roep van haarzelf, wat het mannetje aantrekt.
Voortplanting
Tijdens de paring draagt het mannetje een spermatofoor over aan het vrouwtje. Dit is een pakketje dat zowel sperma als voedingsstoffen bevat. Het vrouwtje neemt dit pakketje op, en het sperma bevrucht de eieren intern.
Na de bevruchting legt het vrouwtje haar eieren in de schors van bomen of in de grond. De eieren worden zorgvuldig afgezet om ze te beschermen tegen predatoren en omgevingsfactoren.
De eieren ontwikkelen zich tot nimfen, die lijken op kleine, onvolwassen versies van de volwassen sprinkhanen. Na meerdere vervellingen bereiken de nimfen hun volwassen stadium, waarin ze klaar zijn om zich voort te planten en de cyclus te herhalen.
Predatie
Predatoren van de struiksprinkhaan zijn onder andere vogels, spinnen, en kleine zoogdieren. Deze dieren jagen op de struiksprinkhaan voor voedsel. Daarnaast kunnen ook grotere insecten zoals roofwantsen en bidsprinkhanen de struiksprinkhaan aanvallen en opeten.
Bedreiging
Bedreigingen van de struiksprinkhaan zijn:
- Habitatverlies door de vernietiging van struikachtige randen en andere natuurlijke habitats door stedelijke ontwikkeling, landbouw en andere menselijke activiteiten waardoor de leefomgeving van de struiksprinkhaan verkleind wordt.
- Het gebruik van pesticiden in landbouw en tuinbouw kan schadelijk zijn voor de struiksprinkhaan en andere insecten, omdat deze chemicaliën hun voedselbronnen en leefgebieden kunnen aantasten.
- Veranderingen in het klimaat kunnen de beschikbaarheid van geschikte habitats en voedselbronnen beïnvloeden, wat de populaties van de struiksprinkhaan kan beïnvloeden.
Bescherming
De struiksprinkhaan wordt momenteel niet beschouwd als een bedreigde soort. Volgens de Rode Lijst van de IUCN heeft deze sprinkhaan de status van “Least Concern”, wat betekent dat het risico op uitsterven laag is.
De soort is flexibel en kan zich aanpassen aan verschillende leefomgevingen, wat bijdraagt aan zijn overlevingskansen.
In Nederland valt de bescherming van de struiksprinkhaan onder de Wet natuurbescherming en op Europees niveau wordt de struiksprinkhaan beschermd door de Habitatrichtlijn.
Bronnen
- Struiksprinkhaan. (2023, juli 26). Wikipedia, de vrije encyclopedie. Opgehaald 17:03, januari 11, 2025 van https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Struiksprinkhaan&oldid=64799389.
- EIS Verspreidingsatlas Insecten, 11 januari 2025, NDFF Verspreidingsatlas | Leptophyes punctatissima – Struiksprinkhaan
- Struiksprinkhaan Leptophyes punctatissima | Nederlands Soortenregister., Geraadpleegd op 11 januari 2025
- Seite „Punktierte Zartschrecke“. In: Wikipedia – Die freie Enzyklopädie. Bearbeitungsstand: 29. Juli 2024, 13:02 UTC. URL: https://de.wikipedia.org/w/index.php?title=Punktierte_Zartschrecke&oldid=247198275 (Abgerufen: 11. Januar 2025, 17:04 UTC)
- Wikipedia contributors. (2024, January 28). Speckled bush-cricket. In Wikipedia, The Free Encyclopedia. Retrieved 17:04, January 11, 2025, from https://en.wikipedia.org/w/index.php?title=Speckled_bush-cricket&oldid=1200026139
Leptophyes punctatissima | |
Taxonomie | |
---|---|
Rijk | Animalia |
Stam | Arthropoda (Geleedpotigen) |
Klasse | Insecta (Insecten) |
Orde | Orthoptera (Rechtvleugeligen) |
Familie | Tettigoniidae (Sabelsprinkhanen) |
Geslacht | Leptophyes |
Synoniemen | |
Kenmerken | |
Grootte | 10-15 mm |
Vleugellengte | ♂: 2-3 mm; ♀: 1-2 mm |
Voeding | Planten, klein insecten |
Activiteitsperiode | April-november |
Voortplanting | |
Paartijd | Late zomer |
Uitkomen eitjes | 10 maanden |
Larve ontwikkeling | 2-3 maanden |
Voorkomen in Nederland | |
Status | Oorspronkelijk |
Zeldzaamheid | Vrij algemeen |
Bescherming | Wet natuurbescehrming en de Habitatrichtlijn |
Verspreiding | |
Nederland | In heel Nederland |
Wereld | Europa, Nearctisch gebied |
Biotoopvoorkeur | stadsparken, heidevelden, tuinen en wegbermen |
![]() Verspreidingskaart struiksprinkhaan |
Ontdek meer van Fauna & Flora
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.